Lezen h1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1,2

Lezen h1

Op je tafel:

boek 

schriften

etui

laptop

Denk aan de 3 minuten regel

Pak je planagenda

Huiswerk:

BBL: Lezen blz. 34  maken: opdr. 42 t/m 45

KBL: Lezen blz. 41 en maken opdr. 46 t/m 48

TL: Lezen blz. 38 en maken opdr. 37 t/m 43

Doelen BBL

• Je kunt drie tekstdoelen voorspellen.
  
• Je kunt aangeven bij welke tekstsoort een tekstdoel hoort.
  

Doelen KBL

• Je kunt drie tekstdoelen voorspellen.
• Je kunt aangeven bij welke tekstsoort een tekstdoel hoort.
• Je kunt verschillende tekstvormen herkennen.
• Je kunt aangeven voor welk publiek een tekst is geschreven.

Doelen TL

• Je kunt tekstdoelen voorspellen.
  
• Je kunt aangeven bij welke tekstsoort een tekstdoel hoort.
  
• Je kunt verschillende tekstvormen herkennen.
  
• Je kunt aangeven voor welk publiek een tekst is geschreven.
• Je kunt de betekenis van onbekende woorden en uitdrukkingen achterhalen.
  

Leesdoel en tekstdoel

• Leesdoel = de bedoeling van de schrijver
• Tekstdoel= Elke tekst heeft een tekstdoel. De schrijver heeft een bedoeling met de tekst. 

Tekstdoel

• Informeren: de schrijver wil de lezer iets nieuws vertellen  (nieuwsbericht, tijdschriftartikel) 
• Overhalen: de schrijver wil de lezer aansporen iets te gaan doen ( reclametekst en folder)
• Amuseren: de schrijver wil de lezer vermaken door iets grappigs of boeiend te vertellen ( stripverhaal, gedicht, songtekst)

Geef een voorbeeld van een tekst waarbij de lezer wordt geamuseerd?

Geef een voorbeeld waarbij de lezer wordt overgehaald?

Aan de slag BBL 

Verkennen

• Voor je begint met lezen ga je verkennen. 
• Verkennen:

1. titel, kopjes, plaatjes bekijken en bron
2. Waar gaat de tekst over?  
3. Wat weet je al van het onderwerp? 

Soorten publiek

• Een breed publiek (jongeren tussen de 12 en 15)
• Een kleiner publiek ( brughklasleerlingen, meisjes van 13 jaar)
• Een persoon of kleine groep ( directeur van een school of mentor)

Noem een voorbeeld van een breed publiek.

Aan de slag KBL 

Tekstsoorten en tekstvormen

• Uitleg geven: uiteenzettende teksten ( schoolboektekst, recept)
• Overtuigen: betogende tekst ( recensie, weblog)

Aan de slag TL blok 1 lezen

Wat heb ik vandaag geleerd?

- Ik weet wat korte en lange klanken zijn

- Ik weet hoe je woorden met ei/ij en ou/au moet schrijven

- Ik weet wat het verschil is tussen de stam en de ik-vorm 

-