Leerstoornissen begrijpen en begeleiden

Leerstoornissen begrijpen en begeleiden

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je verschillende leerstoornissen herkennen en weet je hoe je leerlingen met leerstoornissen kunt begeleiden.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen weten.

Wat weet jij al over leerstoornissen?

Wat zijn leerstoornissen?

Leerstoornissen zijn problemen met het verwerken van informatie in de hersenen waardoor leren moeilijk kan zijn.

Leg uit wat leerstoornissen zijn en wat de oorzaak kan zijn.

Dyslexie

Dyslexie is een leerstoornis waarbij het moeilijk is om te lezen, spellen en schrijven.

Geef een voorbeeld van een leerstoornis en wat de symptomen zijn.

Dyscalculie

Dyscalculie is een leerstoornis waarbij het moeilijk is om te rekenen en wiskundige concepten te begrijpen.

Geef een voorbeeld van een andere leerstoornis en wat de symptomen zijn.

ADHD

ADHD is een aandoening waarbij het moeilijk is om de aandacht vast te houden en impulsief te zijn.

Geef een voorbeeld van een aandoening die het leren kan beïnvloeden.

Begeleiding

Leerlingen met leerstoornissen hebben vaak extra begeleiding nodig, zoals aangepaste lesmethoden en ondersteuning thuis.

Leg uit hoe leerlingen met leerstoornissen het best begeleid kunnen worden.

Inclusief onderwijs

Inclusief onderwijs is het idee dat alle leerlingen, inclusief die met leerstoornissen, toegang moeten hebben tot dezelfde lesmethoden en materialen.

Leg uit wat inclusief onderwijs is en hoe dit kan helpen bij het begeleiden van leerlingen met leerstoornissen.

Tips voor de LD docent

1. Ken de symptomen van leerstoornissen. 2. Pas je lesmethoden aan. 3. Geef extra ondersteuning. 4. Werk samen met ouders en specialisten.

Geef enkele tips voor de LD docent om leerlingen met leerstoornissen beter te kunnen begeleiden.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.