Lezen 4, les 6

Wat verwachten wij van jou tijdens de online lessen?
Je komt op tijd in de les.
Je zet je camera in het begin even aan als de docent(e) daarom vraagt.
Je zorgt dat je de microfoon uit hebt staan.
Je hebt een actieve werkhouding.
Je zorgt dat je je spullen op orde hebt.
Je zorgt dat je je huiswerk maakt en tijdig inlevert.
Je vraagt altijd om toestemming wanneer je de les moet verlaten
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat verwachten wij van jou tijdens de online lessen?
Je komt op tijd in de les.
Je zet je camera in het begin even aan als de docent(e) daarom vraagt.
Je zorgt dat je de microfoon uit hebt staan.
Je hebt een actieve werkhouding.
Je zorgt dat je je spullen op orde hebt.
Je zorgt dat je je huiswerk maakt en tijdig inlevert.
Je vraagt altijd om toestemming wanneer je de les moet verlaten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Ezelsbruggetje
Hoe formuleer (schrijf je op) een hoofdgedachte...

Deze tekst met als onderwerp ..., zegt over dat onderwerp: ... !
Dat is de hoofdgedachte....
 voorbeeld; Onderwerp; vakantie
Hoofdgedachte; Deze tekst met als onderwerp vakantie, zegt over dat onderwerp;  mensen boeken steeds minder online hun vakanties.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Vijf teksten opzoeken
Is me niet gelukt!
Is me gelukt, ik heb er 1
Is me gelukt, ik heb er 2 of 3
Is me gelukt ik heb er 4 of 5

Slide 12 - Sondage

Het is me niet gelukt!
Jammer! Dit was een huiswerkopdracht!

Gelukkig hebben we de tekstenbox, hier kun je teksten vinden met de verschillende tekstdoelen waarmee je aan de slag kunt!

Slide 13 - Diapositive

Tekstdoelen, het is mij duidelijk!
ja
help nog een handje

Slide 14 - Sondage

De tekstdoelen zijn mij duidelijk!

Ik heb 5 verschillende teksten gevonden. Ik weet zeker dat ik van elk tekstdoel een voorbeeld heb gevonden!

Ga dan aan de slag met je teksten;
1. Van elke tekst noteer je het onderwerp en de hoofdgedachte
2. Markeer in elke tekst de inleiding, de kern en het slot van je tekst 
3. je kiest één tekst uit waar je op zoek gaan naar 2 signaalwoorden en 4 verwijswoorden
4. je zoekt 4 moeilijke woorden op, je schrijft op met welke strategie je de betekenis hebt gevonden. Natuurlijk schrijf je ook de betekenis op!
Je werkt digitaal of op papier, aan het einde van de les lever je het digitaal in of stuur je een foto.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Wat is het doel van dit gedicht?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Wat is het doel van dit recept?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Wat is het doel van dit aanplakbiljet?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

Wat is het doel van deze krantenartikelen?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Wat is het belangrijkste doel van dit artikel?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive

Wat is het doel van dit bord?
A
overhalen/activeren
B
amuseren
C
informeren
D
instrueren

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Diapositive

De tekstdoelen zijn mij duidelijk!

Ik heb 5 verschillende teksten gevonden. Ik weet zeker dat ik van elk tekstdoel een voorbeeld heb gevonden!

Ga dan aan de slag met je teksten;
1. Van een tekst noteer je het onderwerp en de hoofdgedachte
2. Markeer van een tekst de inleiding, de kern en het slot van je tekst 
3. je kiest één tekst uit waar je op zoek gaat naar 2 signaalwoorden en 4 verwijswoorden, je schrijft bij de signaalwoorden op welk verband wordt gebruikt en bij de verwijswoorden naar wie/waat wordt verwezen.
4. je zoekt 4 moeilijke woorden op, je schrijft op met welke strategie je de betekenis hebt gevonden. Natuurlijk schrijf je ook de betekenis op!

Je werkt digitaal of op papier, aan het einde van de les lever je het digitaal in of stuur je een foto.

Slide 35 - Diapositive