Serveren

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Waar staat plate service voor?
A
maken van borden
B
plaat serveren
C
gerecht op bord serveren

Slide 14 - Quiz

Checklist volgorde serveren dranken
  1. Rode wijn, port, vruchtensap en andere dranken zonder koolzuur;
  2.  Koude dranken, koolzuurhoudende dranken en flessenbier;
  3. Warme dranken;
  4. tapbier

Slide 15 - Diapositive

Transporten/serveren

Transporten = iets brengen naar de gast.

Serveren = iets op tafel zetten bij de gast.



Rechts = serverende hand -> waarmee je geeft en neemt.

Links = dragende hand -> borden of dienblad.

Slide 16 - Diapositive