hoofdstuk 4 mavo 3

hoofdstuk 4 
Herhaling
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

hoofdstuk 4 
Herhaling

Slide 1 - Diapositive

4.1 Waarnemen
- Uitwendige prikkels
- Inwendige prikkels
- Zintuigen
- Prikkels

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn inwendige prikkels?
A
Pijn, geluid en honger
B
Dorst, pijn en honger
C
Honger, geurstoffen en smaakstoffen
D
Dorst, geluid en smaakstoffen

Slide 3 - Quiz

Wat zijn uitwendige prikkels?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Orgaan
Zintuigen
Adequate prikkel
Lichtzintuig
Licht
Oor
Gehoorzintuig
Neus
Geurstoffen
Tong
Smaakzintuig
Warmtezintuig 
Koudezintuig
Tastzintuig
Pijnzintuig
Hogere tempratuur
Lagere tempratuur
 
Pijn
De zintuigen en prikkels die daarbij horen
Oog
Geluid
Reukzintuig
Smaakstoffen
Vorm en structuur van een voorwerp
Huid

Slide 6 - Question de remorquage

4.2 Zien en horen
- De onderdelen van het oog
- De onderdelen van het oor

Slide 7 - Diapositive

Welk onderdeel van het oog beschermt je oog niet?
A
wenkbrauw
B
ooglid
C
wimper
D
hoornvlies

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Ken je de onderdelen van het oog?
 Netvlies
Pupil
Lens
Lensbandjes
Hoornvlies
Gele Vlek
Blinde vlek
Oogzenuw
Glasachtig lichaam

Slide 10 - Question de remorquage

welke 3 kleuren zijn er waar te nemen door de kegeltjes?
A
Rood, Groen, Geel
B
Blauw, Geel, Rood
C
Rood, Blauw, Groen
D
Blauw, Groen, Geel

Slide 11 - Quiz

In het zonlicht
In de schemering
Pupil
Lengtespieren
Kringspieren
Groot
Klein
Kort
Lang
Ontspannen
Samengetrokken

Slide 12 - Question de remorquage

Het groter en kleiner maken van de pupil = Pupilreflex

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Vul in:
Het gehoorbeentje, dat vastzit aan het slakkenhuis ___________
Het vlies aan het einde van de gehoorgang ___________________
Het gedeelte waarmee je geluidstrillingen opvangt ___________
Hierdoor gaan impulsen van het oor naar de hersenen ________
Hierin liggen de zintuigcellen die impulsen maken ____________
Ruimte waarin de gehoorbeentjes liggen ______________________

Stijgbeugel
Trommelvlies
Oorschelp
Slakkenhuis
Trommelholte
Gehoorzenuw

Slide 15 - Question de remorquage

4.3 Proeven, Ruiken, Voelen
- Je kent alle onderdelen in je neus
- Je weet waar de tong uit bestaat
- Je weet welke zintuigen aanwezig zijn in de huid

Slide 16 - Diapositive

Woordzoeker

Slide 17 - Diapositive

Zintuigen in de huid

Slide 18 - Diapositive

Hoe blijf je op tempratuur?
Warm
Koud
1.
1.
2.
2.
3.
3.
Zweetproductie neemt toe
Bloedvat wordt wijder
Bloedvat vernauwt
Haartjes plat
Haartjes rechtop
Zweetproductie  neemt af

Slide 19 - Question de remorquage

4.4 Zenuwstelsel
- Je kent het centrale zenuwstelsel
Je weet welke 3 zenuwcellen er zijn en wat hun functie is

Slide 20 - Diapositive

Waar bestaat het centrale zenuwstelsel uit?
A
Zenuwen en hersenen
B
Zenuwen en zenuwcellen
C
Zenuwcellen en ruggenmerg
D
Hersenen en ruggenmerg

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

sleep de juiste namen naar de zenuwcellen
Schakelcel
Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel

Slide 23 - Question de remorquage

Impulsen gaan langs 3 soorten zenuwcellen

Slide 24 - Question de remorquage

Noteer de juiste soort zenuwcel achter de zinnen
a. Van je reukzintuig naar het centraal zenuwstelsel __________
b. Van de ene zenuwcel naar een andere zenuwcel ___________
c. Van het centraal zenuwstelsel naar een armspier ___________
d. Van het centraal zenuwstelsel naar een traanklier __________
e. Vanaf het netvlies naar het centraal zenuwstelsel ___________
f. Van je hersenen door het ruggenmerg ______________________
Schakelzenuw
Bewegingszenuw
Schakelzenuw
Gevoelszenuw
Bewegingszenuw
Gevoelszenuw

Slide 25 - Question de remorquage

Tekst

Slide 26 - Diapositive

Sleep de juiste betekenis naar het juiste begrip. 
Grote hersenen 
Kleine hersenen 
Hersenstam
Hersencentra voor waarnemingen, bewegingen en geheugen. 
Coördinatie en evenwicht houden.
Verbindingen tussen de hersenen en het ruggenmerg, onbewuste reacties.

Slide 27 - Question de remorquage

4.5 Reageren door impulsen
- Je kunt de weg beschrijven van impulsen door het zenuwstelsel

Slide 28 - Diapositive

Welke opmerking over impulsen is juist?
A
Impulsen laten zintuigen reageren
B
Impulsen geven prikkels door aan de hersenen
C
Een zintuig zet een prikkel om in een impuls
D
Impulsen gaan altijd naar spieren toe

Slide 29 - Quiz

Je beweegt bewust je voet.

In welke volgorde worden impulsen hierbij door de verschillende delen van het zenuwstelsel voortgeleid? 
1
2
3
4
hersenstam
zenuwen
ruggenmerg
grote hersenen

Slide 30 - Question de remorquage

Het lichaam kan ook onbewust reageren op prikkels. Dat wordt .... genoemd
A
Prikkel
B
Reflex
C
Zenuw
D
Beweging

Slide 31 - Quiz

Hoe werkt een reflex?

Slide 32 - Diapositive

Reflectie

Slide 33 - Diapositive

Werd je deze les gemotiveerd om mee te doen? Zo nee hoe zou ik dat kunnen verbeteren?

Slide 34 - Question ouverte

Wat vond je van deze les in tegenstelling tot de vorige les die ik heb gegeven?

Slide 35 - Question ouverte

Heb je nog tips en tops?

Slide 36 - Question ouverte