KGT C5 § 5 HH

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

Cursus 5 Grammatica § 5

 blz. 210

*Lesdoel: 

Je weet wat een persoonlijk voornaamwoord is.

Je weet wat een bezittelijk voornaamwoord is.

* Vorige les: herhaling voegwoorden

* Controle huiswerk> oefentoets nakijken> bespreken

Wat is volgens jou een bezittelijk voornaamwoord?

Aantekening Grammatica § 5 blz. 210

Wat klopt?
Een persoonlijk voornaamwoord..

1. Een naam kan ook een persoonlijk voornaamwoord zijn
2. verwijst vaak naar een persoon
3. zegt iets over bezit
4. staat achter een zelfstandig naamwoord

Wat is een voorbeeld van een persoonlijk voornaamwoord?

1. jij
2. hond
3. huis
4. schaar

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

1. Mijn, jouw, uw, ons
2. Ik, jij, hij, zij, wij
3. Wijst iets aan: deze, die, dit en dat
4. Plakt twee zinnen aan elkaar

Is 'hij' een persoonlijk voornaamwoord?

1. ja
2. nee

Ik heb de sleutels van Madelon geleend.

Het persoonlijk voornaamwoord is / de persoonlijke voornaamwoorden zijn...

1. ik
2. ze
3. Madelon
4. ik / ze

Zelfstandig werken of instructiegroep 

Maken: oefentoets Grammatica § 5> papier

Klaar?

Online trainen> Cursus 5 § 3 en 5> voegwoorden en voornaamwoorden

Leesautobiografie

* 3 Leerlingen vertellen over de boeken die zij gelezen hebben.

Groepslezen

Denk aan de samenvatting of het boekverslag.

Gebruik je tafelstem tijdens het lezen.

Vanaf blz. 135

Vragen: 

Wat maakt Jochem mee op school?

Wat lees je over de vrienden (oud/nieuw) van Jochem?

Evaluatie

Wat ging er goed deze les?