werkwoorden vervoegen

werkwoorden vervoegen
zwakke werkwoorden
- stam op d/t
- stam op sisklank (s, ss, ß, z, x)

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

werkwoorden vervoegen
zwakke werkwoorden
- stam op d/t
- stam op sisklank (s, ss, ß, z, x)

Slide 1 - Diapositive

werkwoord zoals wohnen

Slide 2 - Diapositive

Du [wohnen] in einer Etagenwohnung.
A
wohne
B
wohnst
C
wohnt
D
wohnen

Slide 3 - Quiz

Ihr [schreiben] einen Text.
A
schreibe
B
schreibt
C
schreibet
D
schreiben

Slide 4 - Quiz

werkwoorden met stam op d/t

Slide 5 - Diapositive

Du [warten] bei der Bushaltestelle.
A
warte
B
wartest
C
wartst
D
warten

Slide 6 - Quiz

Welke stappen volg jij om het werkwoord in onderstaande zin te vervoegen? Schrijf de stappen op.

1. Er [warten] auf seine Mutter.

Slide 7 - Question ouverte

Sabine [tanzen] auf einer Party.

Slide 8 - Question ouverte

Ich [arbeiten] im Supermarkt.

Slide 9 - Question ouverte

Ihr [skaten] jeden Mittwoch im Park.

Slide 10 - Question ouverte

[Mieten] du eine Ferienwohnung?

Slide 11 - Question ouverte

Wir [laufen] nach Hause.

Slide 12 - Question ouverte

Meine Schwester [faulenzen] den ganzen Abend.

Slide 13 - Question ouverte

Ik weet hoe ik een werkwoord moet vervoegen.
0100

Slide 14 - Sondage