Pedagogisch handelen Bo Bijeenkomst 1

Acpa 1
Pedagogisch handelen: Contact maken met kinderen op het schoolplein.
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BewegingsonderwijsHBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Acpa 1
Pedagogisch handelen: Contact maken met kinderen op het schoolplein.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
  • Je hebt kennis gemaakt met het begrip relatie en weet dat deze belangrijk is voor een veilig pedagogisch klimaat.
  • Je hebt ideeën op gedaan om op positieve wijze een relatie opbouwen met de kinderen in jouw klas tijdens het buitenspelen.
  • Je hebt kennis gemaakt met het leidinggeven en nemen aan een groepje 'kinderen' op het plein.
  • Je hebt zelf ervaren wat het wel/niet werken aan de relatie doet met de relatie en hoe je de belevingswereld van kinderen hierbij kunt inzetten.
  • Je hebt kennisgemaakt met de kansen en complexiteit van de rol van spelbegeleider.







Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

M.U.T.S
MUTS: vier dingen doet voordat je binnenkomt ter bevordering van de relatie. 

  • Make eye contact
  • U use their name in a positive way (Mike fijn dat je er bent)
  • T is Touch them (geef een hand)
  • S is van smile 
Lukt het niet om alle leerlingen een hand te geven richt je dan op kinderen waarvan jij denkt dat het nodig is. 






Slide 3 - Diapositive

Dit werkte niet echt....

Binnenkomst: eerst 10 studenten zoveel mogelijk negeren. Daarna bij deur gaan staan, iedereen een hand geven of high five, of glimlach of vraagstellen
- MUTS: vier dingen doet voordat je binnenkomt ter bevordering van de relatie. Is een onderzoek van een universiteit (Bastiaan vragen naar bron)
Make eye contact
U use their name in a positive way (Mike fijn dat je er bent)
T is Touch them ( geef een hand)
S is van smile
Lukt het niet om alle leerlingen een hand te geven richt je dan op kinderen waarvan jij denkt dat het nodig is. 
Amoebe spel
Iedereen begint waggelend als een amoebe door de zaal 
Als je een andere student tegen komt die een amoebe uitbeeld blijf je staan, geef je een high-five, zeg je je naam en doe je steen papier schaar.
Als je wint evolueer je, als je verliest blijf je op hetzelfde niveau, je mag alleen je eigen soort uitdagen.

Evolutieladder

Amoebe
Waggelen 
Vis
Handen tegen elkaar en bewegen als een vis
Kikker
Handen langs je lichaam en met twee benen springen
Krokodil 
Gestrekte armen een bek maken die open en dicht gaat
Dinosaurus
De handen als klauwen uitsteken 

Slide 4 - Diapositive

Was leuk, link leggen naar eigen stage, zo kan je kinderen leren kennen. Doel, meedoen, contact maken via Muts. Ervaren hoe een spel kan bijdragen aan relatie opbouwen.
in principe alleen eigen soort uitdagen, als docent let je op dat er niet maar eentje overblijft.
evt zelf dan de oplossing zijn. Of aangeven dat iedereen mee evalueert als er nog eentje over is.
Pedagogiek  spel


Evolutieladder

verbondenheid
Pak je eigen polsen vast
Autonomie
Handen als een 'V' boven je hoofd (vrij)
Competentie
Beeld iets uit waar je goed in bent
Leerling
Huppelen
Leerkracht
Loop rond alsof je instructie geef

Slide 5 - Diapositive

Ook goed, link naar eigen stage, betekenisvol maken, hoe dan, bijv. meters etc. Je kunt zelf meedoen of juist niet en dan rondlopen en alles opvangen. Doel, meedoen, contact maken via Muts. Ervaren hoe een spel kan bijdragen aan relatie opbouwen.
in principe alleen eigen soort uitdagen, als docent let je op dat er niet maar eentje overblijft.
evt zelf dan de oplossing zijn. Of aangeven dat iedereen mee evalueert als er nog eentje over is. Waarom hebben we dit spel nu met elkaar gedaan
Voorstellen docent
Niet meer dan 2 seconden zijn er nodig om een (correct) oordeel over iemand te vellen in een eerste indruk.

Klopt natuurlijk niet altijd maar vertrouw eens op je eerste indruk. 
Maak een tweetal en bespreek de volgende vragen. 

  • Wat is favoriete hobby van de docent?
  • Hoe ziet de thuissituatie van de docent eruit?
  • Waar gaat de docent het liefst naartoe op vakantie?
  • Hoe oud is de docent?
  • ????

Slide 6 - Diapositive

leuk, ook weer koppoeling naar stage maken. Doel, kennismaken wie ben ik. 
Verwachting
  • Voorbereid naar de colleges komen.
  • Actieve bijdrage aan de bijeenkomsten: zelf aanwezigheid aanklikken
  • Wees open en eerlijk tijdens de bijeenkomsten.
  • Pedagogiek kan een gevoelig onderwerp zijn, respectvol naar elkaar. (Soms doen wij als docent het bewust 'slecht').
  • Let op: ruimte creëren voor de voorbereidingsopdrachten voor het college is jullie verantwoordelijkheid. Zorg voor heldere communicatie tussen mentor en student.


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ballen en relatie

  • Leerkracht - leerling

  • Je bent eigenaar van je eigen PR.

Slide 8 - Diapositive

hele gebeuren met leerlijn ballen niet gedaan. :
- in cirkel: doe mij na
- wandelen door de zaal
- dribelen door zaal
- andere hand
(ondertussen positief benaderen, regels uitleggen, positie waar je staat wat doet organisatie met de klas etc. stoute bal etc.
tweetallen en volgen, wissel, de achterste geeft tempo aan
2 groepjes half veld, dribbelen bal weg slaan, wegeslagen dan naar andere helft, kan dus niet af even bespreken
groepjes op 4 baskets, tegen elkaar en vervolgens heel duidelijk rij van wie is de beste, gaan automatisch klappen voor de winnaar, wat zegt dit?
daarna groepjes zijn een team, tegen elkaar, aan het einde alle team hebben min. 3 doelpunten, knap etc.
 wat heb ik nu gedaan?nog verder uitwerken
iedereen een bal, doe mij na:
dribbelen op de plaats. bal vast. Dribbel alleen rechter hand, een been voor, andere been voor, GEEN verbalen aanwijzingen. Alleen plaatje. andere hand. Dribbel laag, dribbel hoog. Tussendoor stoppen, wat gebeurt er. Wie luisteren er snel, compliment geven.
Even nadenken, met welke manier van stuiten en vangen zou jij beginnen (als we deze materialen hebben?) Tijd kan iets makkelijker maken of moeilijker. Hooghouden met je voeten. Kijken wie de koppeling maakt naar hooghouden met een stuit tussendoor. Nieuw stopsignaal. zijn alle ballen stil, wie rommelt er nog aan de bal, stoute bal. hoe kun je dit voorkomen?
dribbelen achter elkaar aan wie bepaalt het tempo. Verwachting uitspreken, als ik signaal geef dan zitten met de bal in het huisje. jij vertelt wat, loopt naar iemand toe die niet echt oplet, wat gebeurt er dan, als je in de persenal space komt. Blijft die dan kletsen, of rommelen aan de bal. Non verbaal heeft veel invloed. gebruik dat soms als tool voor je pedagogisch klimaat.
tussen de oefeningen door, complimentjes geven, voorbeelden. in the picture staan, iemand slechte voorbeeld laten doen? wat voel je?
Dribbelen maar nu sneller, hoe ga je botsingen voorkomen? nadenken over welke afspraken we hier over kunnen maken. Signaal geven, zitten, wat is er bedacht, split vision uitleggen. Spel ballen bij elkaar wegslaan, wat doe je als de bal weggetikt is?
Alles wat je met de handen kunt doen, kun je ook doen met je voeten, spel nog een keer spelen.
 
voorbeeld van leiding nemen, non verbaal contact, personal space, kracht van een plaatje, complimenten en negatief, voorbeeld geven, groepsdruk, stoute bal, positie in de zaal, verwachtingen uitspreken etc etc

Relatie en belevingswereld
Relatie (Verbondenheid) - Competentie - Autonomie --> (les 5 pedagogiek)

Aan welke relaties hebben we nu gewerkt en op welke manier?
  • Leerkracht – student (kind)
  • Student – student (kind – kind)

Wat hebben we gedaan om te zorgen dat het spel liep?

Slide 9 - Diapositive

laatste vraag beetje overbodig..... Bespreken wat hebben we nu gedaan? De betekenis van de woorden relatie – competentie en autonomie komt in les 5 van pedagogiek terug (Deci&Ryan). Vandaag ervaar je vooral wat relatie kan zijn. Welke relaties hebben we nu gewerkt? Leerkracht – student (kind) en student – student (kind – kind). Wat hebben we nog meer gedaan om te zorgen dat het spel werkte? Denk aan de vorige colleges (in belevingswereld kind/ student).
Buitenspelen en relatie opbouwen

Wat zie je gebeuren?

Slide 10 - Diapositive

Taarten van Abel (zie college Marjolein en Bas) principe à Spelen met kinderen om ze beter te leren kennen, mee voetballen of draaien met het touw met kinderen. Dus je kan beste elke dag buiten spelen met de kinderen. (filmpje laten zien van een meester die voetbalt, vragen aan hoe zie je hier relatie competentie autonomie) 
Zelfdeterminatietheorie  
Relatie
Competentie
Autonomie

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg a.d.h.v PAD
Hoe leg je een spel uit:
Dit doen wij aan de hand van PAD
P = Plaatje
A = Aandachtspunten
D = Doen 


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chinese muur?
V(L)AP:

Veilig (sociaal-emotioneel en fysiek)
(Leren)
Actief
Plezier

Slide 13 - Diapositive

eeerst zonder plaatje dan met plaatje
Buitenspelen
Naar buiten!

Meenemen:
- 8 flapjes
- 4 pionnen
- 1 trefbal
- stoepkrijt
- 9 kleine touwtjes
- 2 elastieken
- groot touw (touwtje springen)

Slide 14 - Diapositive

binnen gebleven: 
-touwtje springen individueel (1-1 werken aan relagtie) 
- elastieken (klein groepje werken aan relatie)
- rupsbal (groep werken aan relatie, groepsproces etc.)
geen tijd voor klassikaal touwtje springen. wel even heel kort voorgedaan bij 1 groepje
 wNa een tijd wisselen we van samenstelling van het groepje, ga weer spellen spelen. Als het hetzelfde spel is, is je beleving dan het zelfde met een ander groepje, hoe komt dit? 
Uitleg over succesfactoren bij het uitleggen van een spel. Waar sta je, wanneer leg je uit, hoe vraag je aandacht, hoe leg je uit (pad) welke afstand is er tussen jou en de leerlingen, met wie doe je iets voor, welke verwachtingen spreek je uit, zijn er van te voren afspraken gemaakt, we zijn klaar wat dan?
Buitenspelen
Ronde 1 en 2; gewoon spelen

Nabespreken:
  • Hoe ging het? 
  • Werkte de leskaart? Waarom wel/niet?
  • Wat heb je nodig om dit 'soepel(er)' te laten verlopen?

Slide 15 - Diapositive

alleen ronde 1  samenstelling van het groepje, ga weer spellen spelen. Als het hetzelfde spel is, is je beleving dan het zelfde met een ander groepje, hoe komt dit? 
Uitleg over succesfactoren bij het uitleggen van een spel. Waar sta je, wanneer leg je uit, hoe vraag je aandacht, hoe leg je uit (pad) welke afstand is er tussen jou en de leerlingen, met wie doe je iets voor, welke verwachtingen spreek je uit, zijn er van te voren afspraken gemaakt, we zijn klaar wat dan?
Buitenspelen
Ronde 3 en 4: spelen en nadenken over hoe zou ik als leerkracht dit spel uitleggen

Nabespreken:
- Waar let je op bij goed uitleggen?
(zie volgende sheet)


Slide 16 - Diapositive

alleen ronde 2  samenstelling van het groepje, ga weer spellen spelen. Als het hetzelfde spel is, is je beleving dan het zelfde met een ander groepje, hoe komt dit? 
Uitleg over succesfactoren bij het uitleggen van een spel. Waar sta je, wanneer leg je uit, hoe vraag je aandacht, hoe leg je uit (pad) welke afstand is er tussen jou en de leerlingen, met wie doe je iets voor, welke verwachtingen spreek je uit, zijn er van te voren afspraken gemaakt, we zijn klaar wat dan?
Uitleg als leerkracht
factoren om mee rekening te houden:
  • Waar sta je, 
  • wanneer leg je uit, 
  • hoe vraag je aandacht,
  • hoe leg je uit (pad),
  • welke afstand is er tussen jou en de leerlingen,
  • met wie doe je iets voor, 
  • welke verwachtingen spreek je uit, 
  • zijn er van te voren afspraken gemaakt, 
  • we zijn klaar wat dan,
  • V(L)AP

Slide 17 - Diapositive

Spellenkermis, ga met een groepje langs de spelletjes. Speel het spel, daarna kies je een nieuw spel om te spelen
Na een tijd wisselen we van samenstelling van het groepje, ga weer spellen spelen. Als het hetzelfde spel is, is je beleving dan het zelfde met een ander groepje, hoe komt dit? 
Uitleg over succesfactoren bij het uitleggen van een spel. Waar sta je, wanneer leg je uit, hoe vraag je aandacht, hoe leg je uit (pad) welke afstand is er tussen jou en de leerlingen, met wie doe je iets voor, welke verwachtingen spreek je uit, zijn er van te voren afspraken gemaakt, we zijn klaar wat dan?
Buitenspelen

Ronde 3 en 4: spelen en nadenken over hoe zou ik als leerkracht dit spel uitleggen

Nabespreken:
- Waar let je op bij goed uitleggen?
(zie volgende sheet)


! WISSEL VAN GROEPSINDELING !


Slide 18 - Diapositive

niet gewisseled van groepsindeling  samenstelling van het groepje, ga weer spellen spelen. Als het hetzelfde spel is, is je beleving dan het zelfde met een ander groepje, hoe komt dit? 
Uitleg over succesfactoren bij het uitleggen van een spel. Waar sta je, wanneer leg je uit, hoe vraag je aandacht, hoe leg je uit (pad) welke afstand is er tussen jou en de leerlingen, met wie doe je iets voor, welke verwachtingen spreek je uit, zijn er van te voren afspraken gemaakt, we zijn klaar wat dan?
Buitenspelen
Ronde 5 en 6: spellen spelen, al een keer gespeeld

Nabespreken:
  • Wat ging er anders in deze samenstelling? 
  • Hoe was je beleving? 
  • Wat gebeurt er als je met andere speelt.

Slide 19 - Diapositive

alleen rond 3, voor ronde 3 in de wissel 1 student die het spel uitlegt aan de rest. Wat wellicht iets te veel tijd/nadruk op PAD, waardoor weinig tijd voor het einde.... di tmag sneller  samenstelling van het groepje, ga weer spellen spelen. Als het hetzelfde spel is, is je beleving dan het zelfde met een ander groepje, hoe komt dit? 
Uitleg over succesfactoren bij het uitleggen van een spel. Waar sta je, wanneer leg je uit, hoe vraag je aandacht, hoe leg je uit (pad) welke afstand is er tussen jou en de leerlingen, met wie doe je iets voor, welke verwachtingen spreek je uit, zijn er van te voren afspraken gemaakt, we zijn klaar wat dan?
Rol van spelbegeleider
Zie brightspace voor artikel

Slide 20 - Diapositive

Even goed vragen bekijken. volgende dia is het doel voor de ons. Iemand is het niemand is het.
Verwerking: rol van spelbegeleider. 
1. Welke verschillen zijn er tussen de rol van een speelbegeleider en een pleinwacht?
a) Een speelbegeleider heeft een reactieve rol, terwijl een pleinwacht proactief is
b) Een speelbegeleider is verantwoordelijk voor toezicht, terwijl een pleinwacht activiteiten organiseert
c) Een speelbegeleider neemt een proactieve rol aan en stimuleert spel, terwijl een pleinwacht reactief toezicht houdt
d) Een speelbegeleider is alleen betrokken bij fysieke activiteiten, terwijl een pleinwacht alles observeert

Slide 21 - Diapositive

Correct antwoord: c
Verwerking: rol van spelbegeleider. 
2. Hoe kunnen begeleiders proactief bijdragen aan een positief pedagogisch klimaat tijdens het buitenspelen?
a) Door toezicht te houden zonder actief mee te doen
b) Door kinderen hun eigen spel te laten organiseren zonder inmenging
c) Door spel te initiëren, mee te spelen en kinderen te enthousiasmeren
d) Door vooral conflicten tussen kinderen te vermijden


Slide 22 - Diapositive

Correct antwoord: c
Verwerking: rol van spelbegeleider. 
3. Wat is de rol van leerkrachten in het buitenspelen, en hoe kunnen ze kwetsbare kinderen helpen?
a) Door alleen toezicht te houden en niet deel te nemen aan het spel
b) Door kwetsbare kinderen apart te laten spelen
c) Door kwetsbare kinderen vooraf vragen te stellen over wat ze gaan doen en ze een veilig gevoel te geven
d) Door alle kinderen te behandelen zonder onderscheid


Slide 23 - Diapositive

Correct antwoord: c
Verwerking: rol van spelbegeleider. 
4. Wat zijn de voordelen van het meespelen van een begeleider tijdens buitenspelactiviteiten?
a) Het zorgt ervoor dat kinderen zich volledig aan de regels houden
b) Het bevordert de relatie tussen begeleider en leerling, vooral voor minder zelfverzekerde kinderen
c) Het vermindert de kans op conflicten tussen leerlingen
d) Het verkort de speeltijd, waardoor kinderen minder snel moe worden

Slide 24 - Diapositive

Correct antwoord: b
Verwerking: rol van spelbegeleider. 
5. Welke uitdagingen zijn er voor pedagogisch medewerkers en ouders om het buitenspel te begeleiden?
a) Zij kennen vaak de regels van de spellen niet goed genoeg
b) Zij zijn vaak minder bekend met de kinderen dan de leerkrachten, wat proactief begeleiden moeilijk maakt
c) Zij zijn vaak pedagogisch niet voldoende geschoold
d) Zij vinden het moeilijk om de materialen voor het spel te organiseren

Slide 25 - Diapositive

Correct antwoord: allemaal wel...
Verwerking: rol van spelbegeleider. 
6. Welke competenties zijn nodig voor begeleiders om buitenspelen succesvol te ondersteunen?
a) Kennis van spelregels, sociale hiërarchie, pedagogiek en speelgedrag
b) Vaardigheid om toezicht te houden zonder in te grijpen
c) Vermogen om conflicten tussen kinderen te vermijden
d) Het opzetten van gestructureerde sporten in plaats van vrij spel

Slide 26 - Diapositive

Correct antwoord: a
Verwerking: rol van spelbegeleider. 
7. Wat is het belang van enthousiasme en aanmoediging door de begeleider tijdens het spel?
a) Het zorgt ervoor dat kinderen zich aan de regels houden
b) Het helpt kinderen om in beweging te blijven en geeft hen het gevoel dat ze gezien worden
c) Het zorgt ervoor dat kinderen zich beter aan de spelregels houden
d) Het vermindert de noodzaak voor begeleiding

Slide 27 - Diapositive

b
Verwerking: rol van spelbegeleider. 
8. Wat zijn de risico’s van te veel regels invoeren tijdens het buitenspelen, volgens het artikel?
a) Het zorgt ervoor dat kinderen meer conflicten hebben
b) Het kan de begeleider overbodig maken tijdens het spel
c) Het kan het spel verstarren en het plezier en de spontaniteit wegnemen
d) Het kan kinderen juist creatiever maken in hun spel

Slide 28 - Diapositive

Correct antwoord: c, maar a kan ook
Voorbereiding volgend college Bewegingsonderwijs
Bekijk op je eigen stageschool:
  • Hoe er wordt gewerkt aan de relatie tussen leerkracht - kind en kind- kind tijden het buitenspelen. Zijn er verschillen tussen manieren van de verschillende leerkrachten/ begeleiders van het plein? Zoja welke? Wat zou op dit moment jouw voorkeur zijn?
  • Op welke manier de leerkracht contact maakt met de leerlingen bij binnenkomst in de klas? Worden er verschillende manieren gebruikt bij de verschillende kinderen? Zoja welke? Wat zou op dit moment jouw voorkeur zijn?

--> Neem dit mee op papier naar het volgende college.

Slide 29 - Diapositive

Correct antwoord: c, maar a kan ook
Stelling
Als leerkracht ben je medeverantwoordelijk dat kinderen de beweegrichtlijnen behalen. 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kwaliteitskader:
Geeft inzicht in de kwaliteit van een 
bewegend leren activiteit.

- 8 vragen over de kwaliteit
- 4 vragen over de randvoorwaarden


Foto: Inspiratiegids Bewegend Leren 2022

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kwaliteitskader- schema

streef naar 5 punten

- doel, kind, groep en moment van de dag 
kunnen de keuze beïnvloeden.


Foto: Inspiratiegids Bewegend Leren 2022

Slide 32 - Diapositive

4 matjes in de hoeken, 6 kwarten.
2 tegelijk spelen.
- aanpassing, meer matjes (organisatie aangepast)
- 'gratis' kwartet 4 pionnen (materiaal)
- wanneer is het afgelopen? 1,5 min 
rol als observator als docent op je nemen en uitlichten, kijken, singaleren, aanpassen weer kijken...etc