1.1 Rivieren: kenmerken

1.1 Rivieren: kenmerken
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

1.1 Rivieren: kenmerken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  1. De kenmerken van de stroomgebieden van de Rijn en de Maas noemen;
  2. Uitleggen hoe het veranderende klimaat en menselijk ingrijpen de waterafvoer van de Rijn en de Maas beïnvloeden;
  3. Een verband leggen tussen overstromingsgevaar en de manier waarop het rivierengebied is ingericht;
  4. beschrijven hoe in het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta overstromingen en wateroverlast kunnen ontstaan. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord?
Antwoord?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het gevolg voor het debiet van de Nederlandse rivieren?

Slide 11 - Question ouverte

Debiet wordt groter.
Wat is het gevolg voor het regiem van de Nederlandse rivieren?

Slide 12 - Question ouverte

Het regiem wordt onregelmatiger.

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij Lobith stroomt de Rijn ons land binnen op +14m NAP.

De Rijn mondt 175 km verder uit in de Noordzee.

Wat is het verval tussen Lobith en de monding?

Slide 14 - Question ouverte

14 meter
Bij Lobith stroomt de Rijn ons land binnen op +14m NAP.

De Rijn mondt 175 km verder uit in de Noordzee.

Wat is het verhang?

Slide 15 - Question ouverte

14 m : 175 km = 8 cm per km

Leerdoelen
  1. De kenmerken van de stroomgebieden van de Rijn en de Maas noemen;
- type rivier
- welk deel van de loop
    - verhang groot/ klein
    - erosie/ sedimentatie

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Jullie kunnen aan het werk volgens de planner

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verstedelijking
Verstening: toename hoeveelheid oppervlakte straten en wegen

Vertragingstijd: hoeveelheid tijd die water nodig heeft om na een regenbui in de rivier te komen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verband tussen deze verstening en de vertragingstijd?

Slide 19 - Question ouverte

Het water van een regenbui heeft steeds minder tijd nodig om in de rivier terecht te komen.

Maak de volgende zin af: Hoe groter de verstedelijking, ….

Slide 20 - Question ouverte

hoe korter de vertragingstijd.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  1. De kenmerken van de stroomgebieden van de Rijn en de Maas noemen;
  2. Uitleggen hoe het veranderende klimaat en menselijk ingrijpen de waterafvoer van de Rijn en de Maas beïnvloeden;
  3. Een verband leggen tussen overstromingsgevaar en de manier waarop het rivierengebied is ingericht;
  4. beschrijven hoe in het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta overstromingen en wateroverlast kunnen ontstaan. 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions