Taalverzorging bijvoeglijk naamwoord

H5
woordenschat 

bijvoeglijk naamwoord
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

H5
woordenschat 

bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Diapositive

werkwoorden

Slide 2 - Carte mentale

Wat zijn de lidwoorden?

Slide 3 - Question ouverte

Mijn moeder loopt elke dag naar huis.
zn =

Slide 4 - Question ouverte

Zelfstandig naamwoorden

Slide 5 - Carte mentale

Het huis heeft een likje verf nodig.
lw=

Slide 6 - Question ouverte

Je moet het rode fietspad volgen om in de stad te komen.
zn =

Slide 7 - Question ouverte

Startopdracht:
Lees de onderstaande tekst en bedenk waarom sommige woorden onderstreept zijn. Wat kun je hierover zeggen?
Spoorloze spullen op het spoor
De NS heeft een grote voorraad met gevonden voorwerpen. Het gaat niet alleen om kleine dingen, zoals een kapotte ov-chipkaart. Mensen raken ook metalen objecten kwijt, waaronder elektrische apparaten. Een conductrice vertelt dat zij al van alles is tegengekomen, zoals een gouden kettinkje en een rode iPad. Volgens de officiële regel biedt de NS deze items na een jaar aan commerciële kopers te koop aan. Slechts zelden leidt dit na twaalf maanden nog tot boze reacties van de eigenaren. Zij hebben gewoon dikke pech!

Slide 8 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
- zegt iets over een zelfstandig naamwoord
- staat meestal ervoor, soms erachter

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
- zegt iets over het materiaal - gouden of plasticen tas  


Slide 9 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
De groene auto brengt lelijke spullen rond. 

groene 
lelijke

Slide 10 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
Onze jonge hond is af en toe bazig.

jonge
bazig

Slide 11 - Diapositive

Het slimme hondje heet Pippa en is een jonge poedel.

A
slimme hondje
B
jonge poedel
C
slimme & jonge
D
Pippa

Slide 12 - Quiz

De opstandige puber luistert dan niet goed.
A
puber
B
luistert
C
opstandige
D
opstandige & goed

Slide 13 - Quiz

Het gouden horloge is gisteren gestolen.

Slide 14 - Question ouverte

Een ambitieuze politicus stelt veel vragen.

Slide 15 - Question ouverte

Aan de slag!
Maak: Taalverzorging bijvoeglijk naamwoord

Slide 16 - Diapositive