1MH H5 Taalverzorging Bijvoeglijk naamwoord

H5 Taalverzorging
1mh
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H5 Taalverzorging
1mh

Slide 1 - Diapositive

Startopdracht:
Lees de onderstaande tekst en bedenk waarom sommige woorden onderstreept zijn. Wat kun je hierover zeggen?
Spoorloze spullen op het spoor
De NS heeft een grote voorraad met gevonden voorwerpen. Het gaat niet alleen om kleine dingen, zoals een kapotte ov-chipkaart. Mensen raken ook metalen objecten kwijt, waaronder elektrische apparaten. Een conductrice vertelt dat zij al van alles is tegengekomen, zoals een gouden kettinkje en een rode iPad. Volgens de officiële regel biedt de NS deze items na een jaar aan commerciële kopers te koop aan. Slechts zelden leidt dit na twaalf maanden nog tot boze reacties van de eigenaren. Zij hebben gewoon dikke pech!

Slide 2 - Diapositive

Weten we al wat het doel is van deze les?
Jazeker!
Nee, geen idee!

Slide 3 - Sondage

Deze les leer je:
Je leert over bijvoeglijke naamwoorden.


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

We weten nu wat een bijvoeglijk naamwoord is.

Slide 6 - Diapositive

Zo vind je een bijvoeglijk naamwoord
 

  • • Een bijvoeglijk naamwoord staat meestal vóór het zelfstandig naamwoord: een mooie film (zn); nieuwe , grote huizen (zn).
  • • Soms staat het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord: De film (zn) is mooi. De huizen (zn) zijn nieuw en groot.
  • • Een bijvoeglijk naamwoord heeft vaak een korte vorm (zonder -e) en een lange vorm (met een -e): zwak → zwakke; mooi → mooie.
  • • Bij de meeste bijvoeglijke naamwoorden kun je de ‘trappen van vergelijking’ gebruiken: gaaf – gaver – gaafst.
  • Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt van welk materiaal iets gemaakt is: een zilveren oorbel, een plastic emmer.




Slide 7 - Diapositive

Welke bijvoeglijke naamwoorden (bn) staan er in de onderstaande zin.

1. Na een lange vliegreis landde Mariska in het warme Vietnam.
timer
1:00

Slide 8 - Question ouverte

Welke bijvoeglijke naamwoorden (bn) staan er in de onderstaande zin.
2. Het filmpje was heel interessant. Daarin liet een handige man zien hoe je met vochtig hout een vuurtje maakt.
timer
1:00

Slide 9 - Question ouverte

Welke bijvoeglijke naamwoorden (bn) staan er in de onderstaande zin.
3. Het is warm, daarom krijgen de leerlingen een grote doos met verkoelende ijsjes.
timer
1:00

Slide 10 - Question ouverte

De
mooie
bloemen
lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Question de remorquage

zelfstandig naamwoord
 Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig
naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
peren
aardige
auto
Roos

Lokalen
klein

Slide 12 - Question de remorquage

Aan de slag
Maak via Nieuw Nederlands online de paragraaf H5 Bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag
Maak via Nieuw Nederlands online de paragraaf H5 Bijvoeglijk naamwoord. Hier krijg je 20 minuten voor.


timer
20:00

Slide 14 - Diapositive

Hoe gingen de oefeningen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage