Werkwoorden Lowan thema 8 de Seizoenen

Werkwoorden

Lowan

de Seizoenen
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Voortgezet speciaal onderwijsISKLeerroute 3

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Werkwoorden

Lowan

de Seizoenen

Slide 1 - Diapositive

schaatsen
glijden

Slide 2 - Diapositive

schaatsen

ik schaats
jij ?
hij ?
zij ?
wij ?
jullie ?
zij ?
glijden

ik glijd
jij ?
hij ?
zij ?
wij ?
jullie ?
zij ?

Slide 3 - Diapositive

schaatsen

Ik schaats op het ijs. 
Jij?
Hij?
Zij?
Wij?
Jullie?
Zij?
glijden

Ik glijd van de berg.
Jij?
Hij?
Zij?
Wij?
Jullie?
Zij?

Slide 4 - Diapositive

vallen

Slide 5 - Diapositive

vallen
ik ?
jij ?
hij ?
zij ?
wij ?
jullie ?
zij ?

Slide 6 - Diapositive

vallen
Ik val van de trap.
Jij ?
Hij ?
Zij ?
Wij ?
Jullie ?
Zij ?

Slide 7 - Diapositive

vallen

Ik val van de trap.
Jij ?
Hij ?
Zij ?
Wij ?
Jullie ?
Zij ?

Slide 8 - Diapositive

Maak een zin met 'glijden'.

Slide 9 - Question ouverte

Maak een zin met 'vallen'.

Slide 10 - Question ouverte

Maak een zin met 'schaatsen'.

Slide 11 - Question ouverte

stijgen
dalen

Slide 12 - Diapositive

stijgen

ik stijg
jij stijgt
hij ?
zij ?
wij ?
jullie ?
zij ?

dalen

ik daal
jij ?
hij ?
zij ?
wij dalen
jullie ?
zij ?

Slide 13 - Diapositive

stijgen


de temperatuur?

dalen


de temperatuur?

Slide 14 - Diapositive

schijnen

Slide 15 - Diapositive

schijnen


de zon?


Slide 16 - Diapositive

Let op! 

het + werkwoord

Slide 17 - Diapositive

regenen
regenen

Slide 18 - Diapositive

regenen

hij ?
zij ?
het ?

Slide 19 - Diapositive

waaien

Slide 20 - Diapositive

waaien

het ?

Slide 21 - Diapositive

vriezen

Slide 22 - Diapositive

vriezen

het ?

Slide 23 - Diapositive

dooien

Slide 24 - Diapositive

dooien


het ?

Slide 25 - Diapositive

stormen

Slide 26 - Diapositive

stormen

het ?

Slide 27 - Diapositive

ik
hij
waai
schijn
waait
schijnt

Slide 28 - Question de remorquage

wij 
hij / het
stijgen
dalen
stijgt
daalt

Slide 29 - Question de remorquage

ik
jij
glijdt
schaatst
glijd
schaats

Slide 30 - Question de remorquage

het
regent
vriest
regenen
vriezen
stormt
stormen

Slide 31 - Question de remorquage

de zon
A
schijn
B
schijnt

Slide 32 - Quiz

het
A
waaien
B
waait

Slide 33 - Quiz

het
A
dalen
B
daalt

Slide 34 - Quiz

ik
A
schaats
B
schaatst

Slide 35 - Quiz

het
A
stormt
B
stormen

Slide 36 - Quiz

ik
A
glijden
B
glijd

Slide 37 - Quiz

het
A
regenen
B
regent

Slide 38 - Quiz

hij
A
glijd
B
glijdt

Slide 39 - Quiz

hij
A
schaatst
B
schaats

Slide 40 - Quiz

het
A
stijgt
B
stijgen

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive