Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Steden, burgers en koningen in de middeleeuwen
7.2 Boer en koopman
Slide 1 - Diapositive
Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Diapositive
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier steden in de Middeleeuwen ontstonden.
Slide 3 - Diapositive
Leervragen
1. Ik kan verschillende verbeteringen in de agrarische samenleving beschrijven vanaf het jaar 1000.
2. Ik kan de opkomst van handel en het ontstaan van steden beschrijven.
3. Ik kan verschillende handelssteden in zowel Zuid-Europa als Noord-Europa noemen.
Slide 4 - Diapositive
Late Middeleeuwen
Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
Het is 'veiliger' en 'rustiger'
Er komt meer handel
Geld komt weer terug
Bevolking groeit
Er ontstaan steden
Macht van de steden neemt toe
De adel krijgt (soms) minder macht
Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Verbeteringen in de landbouw
Rond het jaar 1000
Drieslagstelsel
IJzeren ploeg
Halsjuk
Ontginnen
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Andere landbouwverbeteringen
-De ijzeren ploeg
-Het Arabisch halsjuk
Slide 9 - Diapositive
Aantekeningen
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Steeds meer handel
Verbeteringen in de landbouw leveren meer oogst op
Overschotten worden verkocht of geruild op markten
Geld wordt steeds meer gebruikt als (handig) ruilmiddel
Einde aan de aanvallen van Vikingen in West-Europa: meer veiligheid
Handelaren komen daardoor in verschillende landen en nemen andere producten (wijn of zijde) mee.
Slide 12 - Diapositive
Steden ontstaan
Handelaren komen vaak op dezelfde plek: om te overwinteren en hun spullen op te slaan.
Deze plekken liggen op een goede plek: kruispunten van wegen en/of rivieren, meestal in de buurt van een kasteel of klooster
Op deze plekken waren vaak al jaarmarkten
Langzaam ontstaan hieruit nederzettingen, die uitgroeien tot steden.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Aantekeningen
Slide 15 - Diapositive
Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze.
Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting.
Slide 16 - Diapositive
De Hanze
De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.
Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen.
Ze noemden hun vereniging de Hanze.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Brugge
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Vidéo
Wat is geen nieuwe landbouwtechniek rond het jaar 1000
A
Ontginnen
B
De halsjuk
C
Bemesting
D
De ijzeren ploeg
Slide 29 - Quiz
Wat is geen handige plek voor een stad
A
In de buurt van een kasteel
B
In de buurt van rivieren
C
In de buurt van een klooster
D
In de buurt van een moeras
Slide 30 - Quiz
Waarom konden Italiaanse steden makkelijk handel drijven met de Arabieren?
A
Vanwege het geloof, die was in beide gebieden hetzelfde
B
Vanwege de ligging van Italië
C
Vanwege de pizza's uit Italië
Slide 31 - Quiz
Noem een naam van een Nederlandse Hanze stad
Slide 32 - Question ouverte
Wat werd er gebruikt om het ruilen/handelen makkelijker te maken?