Hoofdstuk 3.1 Hoe betaal je?

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Welkom 3TL
Jas en oortjes uit

Spullen op tafel:
- Boek
- Rekenmachine
- Pen

Slide 2 - Diapositive

Paragraaf 3.1
Hoe betaal je?

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel van vandaag
Na deze les weet/kan je...:




    • Wat het verschil is tussen directe ruil en indirecte ruil
    • welke geldfuncties er zijn
    • welke soorten geld er zijn
    • hoe je het saldo op je betaalrekening controleert
    • welke manieren van betalen er zijn

    Slide 4 - Diapositive

    Leerdoel 1
    Wat is directe en indirecte ruil?

    Slide 5 - Diapositive

    Slide 6 - Vidéo

    Slide 7 - Diapositive

    Leerdoel 2
    Geldfuncties

    Slide 8 - Diapositive

    Geldfuncties
    Geld kan je op 3 verschillende manieren gebruiken: geldfuncties.

    • Ruilmiddel: als je geld gebruikt om iets te kopen.
    • Rekenmiddel: als je de waarde van iets in geld aangeeft.
    • Spaarmiddel: je bewaart geld om het later uit te geven .




    Slide 9 - Diapositive

    Slide 10 - Vidéo

    Leerdoel 3
    Welke soorten geld zijn er?

    Slide 11 - Diapositive

    Chartaal geld
    Munten en bankbiljetten
    Ezelsbruggetje:
    Chartaal geld
    Cash of Contant

    Slide 12 - Diapositive

    Giraal geld
    Geld op je bankrekening 
    Betalen via internet, met je bankpas of met je telefoon, noem je elektronisch betalen.

    Voor- en nadelen
    Voordeel: het is handig.
    Nadeel: je hebt vaak niet in de gaten hoeveel geld je nog hebt.

    Slide 13 - Diapositive

    Elektronisch betalen

    Slide 14 - Diapositive

    Elektronisch betalen
    Bij elektronisch betalen gaat het geld meteen van jouw bankrekening naar de bankrekening van de ander.

     
    Elektronisch betalen kan op drie manieren:
    1. met internetbankieren
    2. bij een webwinkel. Je betaalt bijvoorbeeld via iDeal, PayPal, Afterpay, Klarna of   via een creditcard.
    3. bij een betaalautomaat met je pinpas en pincode of contactloos

    Slide 15 - Diapositive

    ?
    ?

    Slide 16 - Diapositive

    Leerdoel 4
    Saldo berekenen

    Slide 17 - Diapositive

    Saldo
    Het bedrag dat op je bankrekening staat



    Met internetbankieren of met een bank-app op je telefoon kun je zien hoeveel saldo je hebt.

    Slide 18 - Diapositive

    Rekenen
    Creditsaldo = positief saldo / tegoed / in de plus

    Debetsaldo = negatief saldo / tekort / in de min / rood staan

    Slide 19 - Diapositive

    Check ✅
    • Wat is het verschil tussen indirecte en directe ruil
    • Welke geldfuncties zijn er?
    • Welke 2 soorten geld zijn er?
    • Wat is elektronisch betalen?
    • Is creditsaldo: positieve saldo of negatieve saldo?

    Slide 20 - Diapositive

    Aan de slag met 3.1
    Maak opdrachten 2 t/m 13 op blz. 70

    Klaar?
    Maak de herhalingsopdrachten van 3.1 op blz. 88

    Vragen?
    Steek je hand op, ik kom eraan

    Slide 21 - Diapositive