Les 3_Schrijfvaardigheid SPRINT_ versie 1. Aanhef, onderwerp en inleiding van een e-mail.

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Welkom klas!

STARTKLAAR maken:

• Telefoon in het Zakkie
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 

1b. Afspraken in de klas

Rust & respect:

- Spullen mee.

- Naar elkaar luisteren.

Lukt dit niet? UIT + nakomen vrijdagmiddag.

Wat gaan we doen?

1. Test je voorkennis.

2. Uitleg mail schrijven.

3. Opdracht: aan de slag!

1. Test je voorkennis!

>> Log in bij LessonUp

Je hebt nieuwe oortjes gekocht bij de MediaMarkt. Ze werken niet.

Je schrijft een e-mail naar de klantenservice. Wat vul je in bij onderwerp?

Hoeveel woorden gebruik je maximaal om het onderwerp van jouw e-mail te schrijven?

Je schrijft een e-mail naar Patrick van der Linden. Wat is de aanhef?

Je hebt bij de firma Pelcan Furniture een bedbodem gekocht, waarvan het hoofdeinde elektrisch in hoogte verstelbaar is. Je hoort echter de hele nacht een zoemend geluid dat volgens jou met deze functie te maken heeft.     Schrijf de aanleiding van jouw e-mail.

functie

Waar het voor dient.

Bijvoorbeeld de functie van een wekker is om jouw wakker te maken.

synoniem: rol

2. Uitleg mail schrijven

Een zin heeft één voegwoord!

Startzinnen

Mijn naam is ........en ik zit in de vierde klas mavo van Johan de Wittscholengroep. 

De aanleiding voor het schrijven van deze e-mail is .................................

3. De schrijfopdracht

Vandaag schrijf je de eerste versie.

Volgende les: elkaars werk checken + herschrijven. 

Onderdeel geschreven?

Vink hem af!

Tekst

Tips schrijfvaardigheid op papier

verschil

hoofdletter

en kleine letter

Moet leesbaar

zijn!

Maak de opdracht op het schrijfblad.

4. Aan de slag!

Wat?	Maak de schrijfopdracht.
Tijd?	Tot einde les.
Klaar?	a. Lever schrijfopdracht in bij docent. b. Leen boek uit, ga lezen.

Boeken uitlenen!!!

Een persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw) vervangt een zelfstandig naamwoord en verwijst naar een persoon, dier of ding.

 

Dat vriendinnetje van hem doet mij aan jou denken, want ze heeft net zulk haar als jij.