Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Werkwoorden AA 2 groep 8
Slide 1 - Diapositive
Het ex-fokschaap
1. Welk werkwoord? Leven 2. Haal 'en' er af Lev 3. Wat is nu de laatste letter? v 4. Zit die in het ex-fokschaap?
Nee? Dan een d Ja? Dan een t
Slide 2 - Diapositive
Nog een voorbeeld
1. Welk werkwoord? Verhuizen 2. Haal 'en' eraf Verhuiz 3. Wat is de laatste letter nu? Z 4. Zit die in het ex-fokschaap? Nee. Dus een d
Slide 3 - Diapositive
Nog een voorbeeld
1. Welk werkwoord? Blaffen 2. Haal 'en' er af Blaff 3. Wat is de laatste letter nu? F 4. Zit die in het ex-fokschaap? Ja. Dus een t.
Slide 4 - Diapositive
Leefde of leefte?
A
Leefte
B
Leefde
Slide 5 - Quiz
De vrouw raasde of de vrouw raaste? (razen = ww) Het ex-fokschaap
A
Raasde
B
Raaste
Slide 6 - Quiz
Ik schopte mijn broer of ik schopde mijn broer? (ww = schoppen) ex-fokschaap
A
schopte
B
schopde
Slide 7 - Quiz
Ik kopde de bal gisteren. Ik kopte de bal gisteren.
Slide 8 - Question ouverte
Ik beefde van angst. Ik beefte van angst.
Slide 9 - Question ouverte
Ik fopde de juf. Ik fopte de juf.
Slide 10 - Question ouverte
Ik zeefde het eten. Ik zeefte het eten.
Slide 11 - Question ouverte
Ik bofde met jullie. Ik bofte met jullie.
Slide 12 - Question ouverte
De hond blafde naar mij. De hond blafte naar mij.
Slide 13 - Question ouverte
Ik bloosde door een compliment. Ik blooste door een compliment.
Slide 14 - Question ouverte
Ik misde jullie. Ik miste jullie.
Slide 15 - Question ouverte
Klaar :-)
Maak nu bladzijde 18 en 19 van je werkboek. Twijfel je? Gebruik dan echt het schema, het is heel belangrijk dat je dit goed kunt! Klaar? Werkwoordpaard en spellingsmol afmaken Klaar? Zie je mail voor een extra klaar opdracht.