12. Britse Rijk 1.3 online 3

Historische context - Britse Rijk
1.3 Het Britse Rijk als economische wereldmacht
les 3 - Politieke macht voor de ondernemers t/m concurrentie uit Duitsland en Amerika
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Historische context - Britse Rijk
1.3 Het Britse Rijk als economische wereldmacht
les 3 - Politieke macht voor de ondernemers t/m concurrentie uit Duitsland en Amerika

Slide 1 - Diapositive

31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.

32 Discussies over de ‘sociale kwestie’.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
35 Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.



Kenmerkende aspecten
Welke KA's passen bij deze stukjes tekst?

Slide 2 - Diapositive

31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.

32 Discussies over de ‘sociale kwestie’.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
35 Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.



Kenmerkende aspecten

Slide 3 - Diapositive


4. Wat was de betekenis van de Reform Bill voor de ondernemers in de Britse steden
5. Wat was de betekenis van de Factory Acts voor Britse arbeiders?
6. Wat was de veranderende positie van het Britse Rijk in de wereldeconomie aan het einde van de negentiende eeuw en hoe kun je dit verklaren?




Leerdoelen
Vul je samenvatting verder aan

Slide 4 - Diapositive


De arbeiders kregen géén kiesrecht.
Bedenk waarom dat zowel volgens de overheid als volgens de meeste ondernemers een goede zaak was.


Slide 5 - Question ouverte

Wat is de sociale kwestie?
A
Het probleem dat arbeiders niet mochten stemmen.
B
Het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders.
C
Het probleem dat er kinderen moesten werken.
D
Het probleem dat mensen niet sociaal deden tegen elkaar.

Slide 6 - Quiz

Maken - bespreken - verbeteren

  1. Maak samen opdracht  12 (6 min)
  2. Bespreek samen met een ander tweetal jullie antwoorden en verbeter met zijn vieren jullie antwoord. (5 min)
timer
1:00

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld van een goed antwoord op vraag 12
a + b + c Er zijn verschillende combinaties mogelijk. Een voorbeeld:
1: Buitenring: Industriële Revolutie
5: Binnenring: Uitvinding Spinning Jenny
6: Binnenring: Invoering Reform Bill
Verband: De Spinning Jenny zorgde ervoor dat in korte tijd meer productie van textiel mogelijk was, waardoor het een van de oorzaken werd van de Industriële Revolutie. De ondernemers en fabrikanten vergaarden in snel tempo veel rijkdom en wilden meer politieke inspraak, die gerealiseerd werd in de Reform Bill van 1832.
2: Buitenring: Industriële samenleving
6: Binnenring: Invoering Reform Bill
7: Binnenring: Invoering Factory Acts
Verband: In een industriële samenleving wonen veel mensen in steden en worden de meeste goederen in fabrieken gemaakt. Bij het ontstaan van deze samenleving was het nodig om politieke aanpassingen door te voeren zoals de Reform Bill met een nieuw kiesstelsel en de Factory Acts met richtlijnen voor fabrieksarbeid.

Slide 8 - Diapositive

Maken - bespreken - verbeteren

  1. Maak samen opdracht  10 (6 min)
  2. Bespreek samen met een ander tweetal jullie antwoorden en verbeter met zijn vieren jullie antwoord. (5 min)
timer
1:00

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld van een goed antwoord op vraag 10
a Linksboven een Noord-Amerikaanse indiaan, links-midden een pelsjager uit Canada met daaronder een dame die kleding van bont aanheeft, op de olifant een vooraanstaande Indiër met links naast hem een Indiër die een grote baal katoen draagt. Midden-onder zit Vrouwe Brittannia als degene die heerst over de wereld. Ze zit op de wereldbol, omringd door exotische vrouwen uit de Caraïben. Rechtsonder een oorspronkelijke bewoner van Oceanië met een kangoeroe naast zich. Rechts van haar een Engelse kolonist die met een schop het land in Oceanië bewerkt en in cultuur brengt. Rechts in het midden staat een Chinese vrouw die thee serveert.
b Voorbeelden van onderzoeksvragen:
1 Welke landen / gebieden in de wereld maakten in 1886 deel uit van het Britse Rijk?
2 Met welke landen / gebieden in de wereld werd vanuit Groot-Brittannië veel handel gedreven?
3 Welke visie had de tekenaar Walter Crane op de inwoners van het Britse Rijk?
4 Welke symbolen werden door Walter Crane gebruikt om zijn visie op het Britse Rijk en haar bewoners duidelijk te maken?

Slide 10 - Diapositive

Welke vragen heb je nog?

Slide 11 - Question ouverte

Exit-ticket
Beantwoord deze vraag op het blaadje dat je van de docent krijgt:


Noem een sociaal-economische ontwikkeling uit de Industriele Revolutie en leg uit welke rol de Britse koloniën speelden bij deze ontwikkeling.

Slide 12 - Diapositive

huiswerk


Maak de zelftest in feniks-online bij HC Britse Rijk


Slide 13 - Diapositive

extra

Slide 14 - Diapositive

Leg uit waarom ondernemers graag wilden dat de Reform Bill werd geaccepteerd.


antwoord

Slide 15 - Diapositive

Hoe kregen de arbeiders dan toch invloed op het parlement?
A
Vakbonden kwamen op voor arbeiders en eisten betere arbeidsomstandigheden.
B
Vakbonden kwamen op voor fabrieksbazen en eisten betere arbeidsomstandigheden.
C
Vakbonden kwamen op voor arbeiders en eisten betere leefomstandigheden.
D
Vakbonden kwamen op voor arbeiders en eisten betere woonomstandigheden.

Slide 16 - Quiz

Leg uit waarom de Britse overheid weinig deed om de sociale kwestie op te lossen.

Slide 17 - Diapositive

Leg uit waarom de Britse overheid weinig deed om de sociale kwestie op te lossen.
Past deze houding van de overheid bij de liberale markteconomie, of juist niet?

Slide 18 - Diapositive

factory acts

Slide 19 - Carte mentale

De tekenaar van bron 44 wilde duidelijk maken dat niet alle arbeiders blij waren met de Factory Acts.

Maak dit duidelijk met behulp van twee bronelementen.
Beredeneer of de tekenaar van bron 44 zich vooral betrokken voelde bij de arbeiders, of juist bij de ondernemers.


Slide 20 - Diapositive

Een kaart van Britse Rijk.
Wat symboliseren al de figuren aan de rand van de kaart?

Slide 21 - Diapositive