les 2 - Vaar- en spoorwegen t/m vrijhandel op de wereldzeeën
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Historische context - Britse Rijk
1.3 Het Britse Rijk als economische wereldmacht
les 2 - Vaar- en spoorwegen t/m vrijhandel op de wereldzeeën
Slide 1 - Diapositive
3. Hoe verliep de uitbreiding van het Britse en Indiase spoorwegnetwerk en waarom was deze snelle uitbreiding noodzakelijk voor de Britten?
Leerdoelen
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Maak met behulp van bron 40 duidelijk in welke delen van Groot-Brittannië de meeste productie was.
Slide 4 - Diapositive
Robert Owen
Reform Bill
Industriële samenleving
arbeiders
districtenstelsel
Spinning Jenny
Vaar- en spoorwegen
liberale markteconomie
Factory Acts
sociale kwestie
afzetmarkt
industrieel kapitalisme
Kies steeds vier woorden en zet deze in een logisch verband met elkaar.
Slide 5 - Diapositive
De Industriële revolutie heeft Modern-Imperialisme veroorzaakt
- Vul het oorzaak-gevolg schema in.
industriële revolutie
Massaproductie
Grondstoffen te kort
Modern-Imperialisme
Koloniseren Afrika/ Azië
Grotere afzetmarkt + Grondstoffen
Te veel producten
Groter grondgebied
Slide 6 - Question de remorquage
Stoomtrein
Een Britse schoolplaat uit 1833 brengt de ontwikkeling van de stoomtrein tussen 1825 en 1833 in beeld.
Leg uit dat je uit bron 42 kunt afleiden dat veel Britten trots waren op de snelle ontwikkeling van de spoorwegen.
Slide 7 - Diapositive
De bouw van spoorwegen is zowel een oorzaak als een gevolg van de toenemende productie in Groot-Brittannië.
Slide 8 - Question ouverte
Invoer van ruwe katoen in Groot-Brittannië
Leg met cijfers uit bron 41 uit welk decennium je kunt beschouwen als het begin van de industriële revolutie.
Slide 9 - Diapositive
Invoer van ruwe katoen in Groot-Brittannië
Tussen 1861 en 1865 werd de Amerikaanse burgeroorlog uitgevochten. Stel dat de tabel van bron 41 zou doorlopen tot 1900.
Beredeneer welke ontwikkeling in de cijfers je zou zien in de periode 1861-1870. Doe dat ook voor de periode 1870-1900.
Slide 10 - Diapositive
Wat is het verschil tussen handelskapitalisme en industrieel kapitalisme?
Slide 11 - Question ouverte
Leg uit dat er bij de overgang van handelskapitalisme naar industrieel kapitalisme zowel sprake was van continuïteit als van verandering.
Slide 12 - Question ouverte
Leg uit waarom ondernemers graag een liberale markteconomie wilden.
Slide 13 - Question ouverte
antwoord
De overheid moet wel optreden om (internationale) handelsbelangen te verdedigen en te beschermen. Vervolgens moet de overheid ondernemers de vrije hand geven.
Leg uit dat de gebeurtenissen in China goed passen bij de rol die de overheid volgens ondernemers moest hebben.
Slide 14 - Diapositive
3. Hoe verliep de uitbreiding van het Britse en Indiase spoorwegnetwerk en waarom was deze snelle uitbreiding noodzakelijk voor de Britten?
Leerdoelen
Slide 15 - Diapositive
31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
32 Discussies over de ‘sociale kwestie’.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
35 Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.
Kenmerkende aspecten
Welke KA's passen bij deze stukjes tekst?
Slide 16 - Diapositive
31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
32 Discussies over de ‘sociale kwestie’.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
35 Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.
Kenmerkende aspecten
Slide 17 - Diapositive
Welke vragen heb je nog?
Slide 18 - Question ouverte
huiswerk
bestudeer par 1.3 vanaf '.Politieke macht voor ondernemers t/m concurrentie uit Amerika en Duitsland'
maak een samenvatting
laat ruimte voor wat je niet begrijpt.
Slide 19 - Diapositive
Historische context - Britse Rijk
1.3 Het Britse Rijk als economische wereldmacht
les 3 - Politieke macht voor de ondernemers t/m concurrentie uit Duitsland en Amerika
Slide 20 - Diapositive
4. Wat was de betekenis van de Reform Bill voor de ondernemers in de Britse steden
5. Wat was de betekenis van de Factory Acts voor Britse arbeiders?
6. Wat was de veranderende positie van het Britse Rijk in de wereldeconomie aan het einde van de negentiende eeuw en hoe kun je dit verklaren?
Leerdoelen
Slide 21 - Diapositive
Wat hield de Reform Bill in?
A
hervorming
B
recht om te staken
C
herzien van kiessysteem
D
sociale wetgeving
Slide 22 - Quiz
Leg uit waarom ondernemers graag wilden dat de Reform Bill werd geaccepteerd.
antwoord
Slide 23 - Diapositive
Hoe kregen de arbeiders dan toch invloed op het parlement?
A
Vakbonden kwamen op voor arbeiders en eisten betere arbeidsomstandigheden.
B
Vakbonden kwamen op voor fabrieksbazen en eisten betere arbeidsomstandigheden.
C
Vakbonden kwamen op voor arbeiders en eisten betere leefomstandigheden.
D
Vakbonden kwamen op voor arbeiders en eisten betere woonomstandigheden.
Slide 24 - Quiz
De arbeiders kregen géén kiesrecht. Bedenk waarom dat zowel volgens de overheid als volgens de meeste ondernemers een goede zaak was.
Slide 25 - Question ouverte
Wat is de sociale kwestie?
A
Het probleem dat arbeiders niet mochten stemmen.
B
Het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders.
C
Het probleem dat er kinderen moesten werken.
D
Het probleem dat mensen niet sociaal deden tegen elkaar.
Slide 26 - Quiz
Leg uit waarom de Britse overheid weinig deed om de sociale kwestie op te lossen.
Slide 27 - Diapositive
Leg uit waarom de Britse overheid weinig deed om de sociale kwestie op te lossen.
Past deze houding van de overheid bij de liberale markteconomie, of juist niet?
Slide 28 - Diapositive
factory acts
Slide 29 - Carte mentale
De tekenaar van bron 44 wilde duidelijk maken dat niet alle arbeiders blij waren met de Factory Acts.
Maak dit duidelijk met behulp van twee bronelementen.
Beredeneer of de tekenaar van bron 44 zich vooral betrokken voelde bij de arbeiders, of juist bij de ondernemers.
Slide 30 - Diapositive
Een kaart van Britse Rijk.
Wat symboliseren al de figuren aan de rand van de kaart?
Slide 31 - Diapositive
4. Wat was de betekenis van de Reform Bill voor de ondernemers in de Britse steden
5. Wat was de betekenis van de Factory Acts voor Britse arbeiders?
6. Wat was de veranderende positie van het Britse Rijk in de wereldeconomie aan het einde van de negentiende eeuw en hoe kun je dit verklaren?
Leerdoelen
Slide 32 - Diapositive
31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
32 Discussies over de ‘sociale kwestie’.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
35 Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.
Kenmerkende aspecten
Welke KA's passen bij deze stukjes tekst?
Slide 33 - Diapositive
31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
32 Discussies over de ‘sociale kwestie’.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
35 Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.
Kenmerkende aspecten
Slide 34 - Diapositive
Welke vragen heb je nog?
Slide 35 - Question ouverte
huiswerk
Maak de zelftest in feniks-online bij HC Britse Rijk