Vooroordelen en stereotypes

Vooroordelen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Vooroordelen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vooroordelen zijn er over jullie?

Slide 2 - Carte mentale

Vandaag gaan we het hebben over vooroordelen en stereotypes. Wat zijn eigenlijk de vooroordelen die jullie als jongeren ervaren over jullie? Deze mag je invullen. 
Schrijf degene die jou het meest aanspreekt op je blaadje.
Stereotype: 

Vooroordeel:
Een vaststaand beeld  van een hele groep mensen.
Een oordeel over iets of iemand zonder dat je die persoon of zaak kent.
Overtuiging
Gevoel

Slide 3 - Diapositive

Er is een verschil tussen stereotypen en vooroordelen. 
Zie definities op het bord.
Een stereotype is meer een overtuiging die je hebt over een bepaalde groep mensen. Jij gelooft dat deze mensen zo zijn.
Bij een vooroordeel gaat het over het gevoel wat een groep mensen of iemand bij je oproept. Voorbeeld: Alle Duitsers hebben een bierbuik


Stereotype: 

Vooroordeel:
Overtuiging
Gevoel

Slide 4 - Diapositive

Er is een verschil tussen stereotypen en vooroordelen. 
Zie definities op het bord.
Een stereotype is meer een overtuiging die je hebt over een bepaalde groep mensen. Jij gelooft dat deze mensen zo zijn.
Bij een vooroordeel gaat het over het gevoel wat een groep mensen of iemand bij je oproept. Voorbeeld: Alle Duitsers hebben een bierbuik


Slide 5 - Question de remorquage

Als we kijken naar deze foto, wat denken jullie. Welke hobby heeft deze persoon?
4 op de 10
1  op de 1000
Op basis van logica:

Slide 6 - Diapositive

Het is gek dat mensen denken dat deze persoon schaakt, alleen op basis van zijn uiterlijk. We kennen de persoon niet. Het enige wat we wellicht weten is dat meer mensen voetballen dan schaken, waarom zou deze jongen dan op schaken zitten volgens ons. Statistisch gezien is het logischer dat hij op voetbal zit. 
Zijn stereotypes en vooroordelen dan fout?
Ja
Nee!

Slide 7 - Sondage

Zijn vooroordelen en stereotypes dan altijd fout?
JA, dat is fout!
Discriminatie: 
Onterecht verschil maken in de behandeling van mensen

Slide 8 - Diapositive

Ja, want ze zorgen ervoor dat wij mensen anders gaan benaderen. Vaak ten onrechte! Dit noemen we ook wel discriminatie. 
Wat als er geen stereotypes bestaan?

Slide 9 - Diapositive

Stel dat er nu helemaal geen stereotypes zijn. Je moet door een smal straatje, een steegje zou je kunnen zeggen, en deze man staat daar? Zou je er doorheen gaan?
Zou jij doorlopen?
Ja!
Nee!

Slide 10 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Nee, dat is niet fout!
  • We beschermen onszelf.
  • We begrijpen de wereld beter en makkelijker door te categoriseren.    

  • Sociale categorisatie

Slide 11 - Diapositive

Waarschijnlijk zullen de meeste niet gaan. Dit laat dus zien dat vooroordelen ook functioneel zijn. Ze beschermen onszelf door bijv. mensen uit de weg te gaan, maar door te categoriseren begrijpen we de wereld ook beter en makkelijker. 

Voorbeeld: als je het gemiddelde salaris van mannen en vrouwen vergelijkt is dat makkelijker dan wanneer je alle salarissen apart gaan vergelijken. 

Dit noemen we ook wel sociale categorisatie. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk beroep heeft deze man?

Slide 13 - Question ouverte

Welk beroep heeft deze man? 
DE CONTEXT IS BELANGRIJK!

Slide 14 - Diapositive

Ook de context waarin je kijkt naar iemand of iets heeft invloed op de ontwikkeling van een vooroordeel. 
Veranderen van stereotypen
  • Selectieve waarneming: iemand ziet alleen wat hij of zij wil zien.

Slide 15 - Diapositive

Het is lastig om onze stereotype te veranderen. Om onze stereotypen stand te laten houden doen we 2 dingen. In de eerste plaats proberen we constant naar bewijs te zoeken wat onze stereotype bevestigd. Bewijs wat onze stereotype tegenspreekt, negeren we en hebben we geen aandacht voor.
Veranderen van stereotypen 
  • Subtyping: Mensen die afwijken van jouw stereotype indelen in een nieuwe categorie.

Slide 16 - Diapositive

Een tweede manier, noemen we subtyping. Dit wil zeggen dat wanneer iemand zich op een manier gedraagt die niet past in het stereotype, dan maken we een subtype aan in onze hersenen. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een stereotype?
A
Een oordeel over iemand zonder dat je die persoon kent.
B
Een vaststaand beeld van een hele groep mensen.
C
Een gevoel dat iemand heeft bij een bepaalde groep mensen
D
Een overtuiging over een bepaalde groep mensen.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk geval is er sprake van discriminatie?
A
Alle Duitsers hebben bierbuiken.
B
Dikke mensen zijn gezellig.
C
Vrouwen verdienen minder dan mannen.
D
Politici zijn onbetrouwbaar.

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom kunnen vooroordelen ook handig zijn?
A
Zelfbescherming & sociale categorisatie.
B
Zelfbescherming & selectieve waarneming.
C
Sociale categorisatie & subtyping.
D
Selectieve waarneming & subtyping.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op basis van logica: wat is de
opleiding van dit meisje?
A
Economie
B
Kunstgeschiedenis
C
modeontwerpster
D
filosofie

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij wie is er sprake van subtyping?
A
B
C
D

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
  • Zoek een nieuwsbericht dat het vooroordeel over jongeren bevestigt.
  • Zoek een nieuwsbericht dat het vooroordeel over jongeren ontkracht. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een screenshot van je nieuwsbericht en stuur deze in!

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf op je briefje:
  • Twee dingen die je vandaag hebt geleerd.
  • Hoe je de les vond (geen leuk of goed, iets uitgebreider).
  • Wat ik de volgende keer beter kan doen.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions