Ramadan

Ramadan
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Ramadan

Slide 1 - Diapositive

Wat heb je net in het filmpje gezien?

Slide 2 - Carte mentale

De ramadan begint ieder jaar op dezelfde datum.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Ook kinderen moeten vasten tijdens de ramadan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Het feest na de ramadan heet het Suikerfeest.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Tijdens de ramadan vasten moslims tussen zonsondergang en zonsopgang.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Vasten is niet alleen bij de islam onderdeel van het geloof.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

1. Inleiding - Wat is de ramadan?

Slide 8 - Question ouverte

2. De islamitische kalender - Hoe komt het dat de ramadan ieder jaar eerder begint?

Slide 9 - Question ouverte

3. Uitzonderingen - Wie hoeven er niet te vasten?

Slide 10 - Question ouverte

4. Suikerfeest - Wat hoort er allemaal bij het Suikerfeest? Noem vijf dingen.

Slide 11 - Question ouverte

Wat betekent de beproeving in regel 11?
A
Een ernstige gebeurtenis
B
Een nare ervaring
C
Een simpele oplossing
D
Een zware test

Slide 12 - Quiz

In r. 19 staat dat: Het is een tijd van bezinning. Wat betekent de bezinning?
A
Het helpen
B
Het nadenken
C
Het ontdekken
D
Het schrijven

Slide 13 - Quiz

Lees r. 22-24. Wat geldt er voor mensen die niet kunnen of hoeven te vasten? Er zijn twee antwoorden goed.
A
Ze moeten een offer brengen.
B
Ze moeten het vasten later inhalen.
C
Ze moeten vaker bidden.
D
Ze moeten vasten als de zon onder is.

Slide 14 - Quiz

Kijk in het stukje Suikerfeest. Wat staat er vooral in dit stukje?
A
Waarom veel mensen Suikerfeest vieren
B
Wat er dit jaar anders is bij het Suikerfeest
C
Wat het Suikerfeest allemaal inhoudt
D
Welke cadeaus mensen elkaar geven met het Suikerfeest

Slide 15 - Quiz

Ik weet het volgende van het onderwerp: de Ramadan
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage