3.7 Grammatica zinsdelen - ng deel 1

Lesdoelen
1. Werkoverzicht periode 3
2. Betrouwbare bronnen in het nieuws
3. Grammatica zinsdelen: naamwoordelijk gezegde 

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lesdoelen
1. Werkoverzicht periode 3
2. Betrouwbare bronnen in het nieuws
3. Grammatica zinsdelen: naamwoordelijk gezegde 

Slide 1 - Diapositive

Netwerken voor het nieuws
Via netwerken zoeken journalisten naar nieuws. 
Persbureaus, bedrijven en organisaties brengen ook nieuws naar de journalisten van de NOS. De journalisten controleert de feiten van de bron door 'hoor en wederhoor': meerdere bronnen raadplegen.

Slide 2 - Diapositive

Betrouwbaar
Niet-betrouwbaar

Slide 3 - Question de remorquage

Wat betekent 'subjectief'?
A
betrouwbaarheid geven
B
feiten geven
C
bronnen geven
D
mening geven

Slide 4 - Quiz





Paragraaf 3.7 
Grammatica zinsdelen

Slide 5 - Diapositive

Het werkwoordelijk gezegde (wg)

  • Dat doe je
  • Alle werkwoorden in de zin

Slide 6 - Diapositive

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?

Jasper moest eerst nog de vaatwasser uitruimen.

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Naam-
woordelijk
gezegde? 
Dat ben je!
(zijn)

Slide 9 - Diapositive

Koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijven
Het koppelwerkwoord (kww) verbindt het onderwerp met een bijvoeglijk naamwoord (bn) en/of een zelfstandig naamwoord (zn) = naamwoordelijk deel

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld ng
Shayla / is / een gezellige vriendin.

pv = is
o = Shayla
ng = is een gezellige vriendin

Slide 11 - Diapositive

Waar zie je een naamwoordelijk gezegde (ng), denk je?
A
Hij heeft hard gewerkt.
B
Bram wordt dierenarts.

Slide 12 - Quiz

naamwoordelijk gezegde
1. Het belangrijkste werkwoord in de zin laat niet duidelijk merken wat het onderwerp doet.
2. Kijk of er een koppelwerkwoord is: zijn, worden, blijven.
3. Je kunt de koppelwerkwoorden onderling verwisselen en de zin klopt nog.
4. Voeg de overige werkwoorden in de zin toe aan het ng.

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld ng
Je zus / zal / later / een goede zangeres / worden.

pv = zal
o = Je zus
ng = zal een goede zangeres worden

Slide 14 - Diapositive

Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 15 - Diapositive

Wat?
Paragraaf 3.7 Grammatica zinsdelen: 
opdrachten 1 t/m 6
Hoe?
Online Ta!ent
Hulp?
Boek, klasgenoot
https://www.youtube.com/watch?v=zv0U0e0RBhA
Resultaat?
Huiswerk
Klaar?
Volg het nieuws voor de nieuwsquiz!
https://schooltv.nl/link/mediawijsheid-vo/#q=betrouwbare%20bronnen

Slide 16 - Diapositive