Het perfectum en het imperfectum

Het perfectum en het imperfectum
In deze les gaan we het hebben over het perfectum en het imperfectum. Je leert over 2 verschillende verleden tijds vormen.
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Het perfectum en het imperfectum
In deze les gaan we het hebben over het perfectum en het imperfectum. Je leert over 2 verschillende verleden tijds vormen.

Slide 1 - Diapositive

Het verschil tussen het perfectum en imperfectum.
Het imperfectum vertaal je met de onvoltooid verleden tijd en het perfectum vertaal je met de voltooid tegenwoordige tijd.

Het perfectum geeft een korte duur of een afgesloten onderwerp aan. Het  imperfectum geeft een lange duur aan.

Slide 2 - Diapositive

EV
1
Voca- ba- m
Vocav- i
2
Voca- ba- s
Vocav- isti
3
Voca- ba- t
Vocav- it
MV
1
Voca- ba- mus
Vocav- imus
2
Voca- ba- tis
Vocav- istis
3
Voca- ba- nt
Vocav- erunt
Rijtjes Perfectum en Imperfectum enkelvoud en Meervoud

Slide 3 - Diapositive

Wat valt je op?

Slide 4 - Question ouverte

Waar moet je op letten?

Bij het perfectum maak je de stam met de preasens stam + v
Om het perfectum te maken gebruik je bijvoorbeeld: Vocav + perfectum uitgang

Om de imperfectum stam te maken gebruik je preasens stam+ ba+ preasens uitgangen.
LET OP:
Bij het Imperfectum eindigt de 1ste persoon ev op een -m en niet op een -o!

Slide 5 - Diapositive

Vul de imperfectum rijtjes, enkelvoud en meervoud in van vocare

Slide 6 - Question ouverte

sleep de uitgang naar de juiste stam
Vocav
Vocav
Vocav
Vocav
Vocav
Vocav
i
Isti
it
imus
istis
erunt

Slide 7 - Question de remorquage

Vertaal deze zin naar correct Nederlands. Benoem ook of er gebruik wordt gemaakt van een ipf of een pf. Je mag gebruik maken van de woordenlijst.
De zin:
Aulus murmurabat, nam iam diu exspectabat.


Slide 8 - Question ouverte

Vertaal deze zin naar correct Nederlands. Benoem ook of er gebruik wordt gemaakt van een ipf of een pf. Je mag gebruik maken van de woordenlijst.
De zin:

Tandem tubas audivit. Statim ''Io, Triumphe'' Clamavit.

Slide 9 - Question ouverte

Wat heb je geleerd
Je hebt geleerd wat het pf en ipf is en hoe & wanneer je het moet gebruiken.

Slide 10 - Diapositive