Week 2 3 H

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Programm

Rückschau

Hören

Lesen

Ende

Rückschau

Was machten wir letztes Mal?

Hören

                                                       Aufgabe 19

A

1. Kijk op blz. 36  TB en luister de inleiding. Waar is het gesprek?

2. Wat weet je over Katja

B

Luister het hele interview en zet de plaatjes op  volgorde

Hören

                                                        Aufgabe 20

Luister naar het interview en geef tijdens het luisteren antwoord. 

Lesen

Aufgabe 21 auf Seite 76

Aufgabe 22 auf Seite 77

Aufgabe 23 auf Seite 77

Aufgabe 24 auf Seite 77

Aufgabe 25 auf Seite 78

Grammatik

Duits en Nederlands lijken vaak veel op elkaar,

maar niet altijd!!

Hoe vertaal je het werkwoord moeten in het Duits?

Müssen oder Sollen

Beide werkwoorden zijn te vertalen als moeten, maar:

• müssen gebruik je alleen bij een noodzaak
• sollen gebruik je als het de wil van een ander is of als je twijfel uitdrukt.

Müssen

ich muss

du musst

er/sie/es muss

wir müssen

ihr müsste

Sie müssen

sie müssen

Sollen

ich soll

du sollst

er/sie/es soll

wir sollen

ihr sollt

Sie sollen

sie sollen

zum Beispiel

1. Jeder Mensch ... atmen

2. Was ... wir jetzt tun?

3. Du ... nicht lügen.

4. Er ... die Klappe halten.

5.  Ich ... mal (pinkeln)

6. Der Artzt sagt immer dass ich nicht rauchen...

7. Ich ... dem Täter mein Geld geben.

Aufgaben

In Ruhe!

• 1 auf Seite 65
• 7 auf Seite 68
• 8 auf Seite 69
• 9 auf Seite 69
• 10 auf Seite 70
• 11 auf Seite 70 und 71

9,10,11 gaan over de werkwoorden

Gebruik TB blz. 35 schema D

Aufgabe 13 Schreiben

Seh dir text C auf TB Seite 34 an.

Schreibe eine Reaktion und schicke spätestens am 18. Januar die Mail nach [e-mail]

Du bekommst eine Note!

Jetzt

Ende