week 21 - 23 juni 2023

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

week 24 - 2023

Goedemorgen! 

Vandaag

Het is vandaag...................            De datum is ............

Morgen is het .............

Overmorgen is het ..........

Gisteren was het ................

Eergisteren was het ............

Het is lente / voorjaar

LEZEN

We lezen 15 minuten in ons boek.

Schrijf moeilijke woorden in je schrift.

-Zoek op wat het betekent.

-Vraag wat het betekent.

Wat ga je doen?

We gaan verder met 'Zebra+'.

Het thema is 'Ben je ziek?'

Leerdoel(en) bij het thema

- Je leert woorden over ziek zijn.

- Je begrijpt vragen over ziek zijn.

- Je kunt vragen beantwoorden.

- Je kunt een gesprek met de dokter voeren.

Zebra+ H4 - les 4 = Ben je ziek?

zie gescande tekst (ook in Gynzy)

 site van Zebra+

lezen

luisteren

opdrachten maken

Vraag en antwoord

In een gesprek kun je vragen stellen. 

Ook een dokter stelt vragen als je bij hem of haar bent.

Maar niet elk antwoord past bij 

de vraag of het gesprek!

Past het antwoord bij de vraag.

Wat voor weer is het vandaag?

Vind je dit een leuk boek?

Heb je al gegeten?

Hoe oud is je zusje?

Waarom zijn jullie morgen vrij?

Welke dieren leven in Afrika?

Weet jij wat een veulen is?

Ga je mee naar het zwembad?

Het is zonnig met wat wind.

Ja, er staan mooie verhalen in.

Soms gaan we met de bus.

Zij is bijna 8 jaar.

Een auto is echt heel duur.

Olifanten, leeuwen en apen.

Dat is een baby van een paard.

Het is vroeg donker vandaag.

Gesprek in de garage

Mijn auto start niet goed.

Ga je nog op vakantie?

De ramen van de auto zijn vies.

Ik denk dat de band lek is.

Heb je een pleister nodig?

De motor doet het nog prima.

Dit wordt een dure reparatie.

dit kan wel of dit kan niet

wel / niet

wel / niet

wel / niet

wel / niet

wel / niet

wel / niet

wel / niet

Werkblad Zebra+

* blz. 104 - oefening 8 + oefening 9

* blz. 105 - oefening 11 ==> kijk, luister naar de docent 

Daarna..... maak in tweetallen een gesprek. Schrijf het op.

    - 1 leerling is de dokter

    - 1 leerling is de patiënt

Na afloop laat je het gesprek horen aan de klas.

Om de beurt op het bord:

Zebra+  blz. 106/107 = oef. 14/15

Luister naar de tekst (site Zebra).

Beantwoord de vragen van het werkblad.

Oefening in Aerobe

thema ZIEK ZIJN
ik denk aan....

Zelfstandig naamwoord 

* mensen

* dieren

* dingen

Je moet er een lidwoord (de, het, een) voor zeggen.

Bijvoorbeeld: docent - oma - paard - medicijnen - dokter - auto - arm - muur - boek - vakantie - ziekenhuis

Bijvoorbeeld: 

zelfstandig
naamwoord

Verkleinwoorden

Zoek in de tekst van je werkboekje minstens 25 zelfstandige naamwoorden.

Schrijf ze in je schrift.

Schrijf daarna het verkleinwoord erachter.

Zelfstandig naamwoord:

de school

de arm

het oor

de dokter

de opdracht

de knie

het oog

Verkleinwoord:

het schooltje

het

het

het

het

het

het

Eerder klaar opdracht ....

Maak zinnen met de woorden die je gevonden hebt.

Kahoot

Diglin

Maak een woordslang