Subj/obj - hoofdgedachte - leesmanieren
1 / 19
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is het verschil tussen subjectief en objectief?
Slide 2 - Question ouverte
Welke kop is subjectief?
A
Twaalfjarige haalt geld op voor daklozen
B
Een twaalfjarige held haalt geld op voor daklozen
Slide 3 - Quiz
Subjectief zijn?
A
feiten
B
meningen
Slide 4 - Quiz
OBJECTIEF
SUBJECTIEF
Slide 5 - Question de remorquage
OBJECTIEF
SUBJECTIEF
Slide 6 - Question de remorquage
OBJECTIEF
SUBJECTIEF
Slide 7 - Question de remorquage
OBJECTIEF
SUBJECTIEF
Slide 8 - Question de remorquage
De hoofdgedachte is altijd...
A
een woord
B
een zin
C
een woord of een zin
Slide 9 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Wat betekent het woord hoofdgedachte?
A
de belangrijkste zin van een alinea
B
het onderwerp van de tekst
C
een uitspraak waar je het wel of niet mee eens bent
D
het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in één zin
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Wat is GEEN leesmanier?
A
Zoekend lezen
B
Grondig lezen
C
Kritsch lezen
D
Kritiekloos lezen
Slide 12 - Quiz
Welke leesmanier hoort bij de afbeelding?
A
zoekend lezen
B
Scannend lezen
C
kritisch lezen
D
Ontspannend lezen
Slide 13 - Quiz
Je wilt gewoon lekker lezen!
Welke leesmanier gebruik je?
Welke leesmanier gebruik je?
A
Zoekend lezen
B
Ontspannend lezen
C
Kritisch lezen
D
Scannend lezen
Slide 14 - Quiz
Je wilt de tekst helemaal begrijpen.
Welke leesmanier gebruik je?
Welke leesmanier gebruik je?
A
Zoekend lezen
B
Scannend lezen
C
Grondig lezen
D
Kritisch lezen
Slide 15 - Quiz
Welke leesmanier gebruik je als je het onderwerp van een tekst wilt bepalen?
A
ontspannend lezen
B
Zoekend lezen
C
grondig lezen
D
Scannend lezen
Slide 16 - Quiz
Welke leesmanier gebruik je als je wilt weten of de tekst betrouwbaar is?
A
Zoekend lezen
B
Scannend lezen
C
Kritisch lezen
D
Verkennend lezen
Slide 17 - Quiz
Hoeveel leesmanieren zijn er?
A
2
B
3
C
4
D
5
