MONDIAL - 3h - voorbereiding CP chapitre 1

Préparation PW 1
  • Ik ken voca ABEF
  • Ik kan het bijvoeglijk naamwoord gebruiken
  • Ik kan de werkwoorden op -re gebruiken
  • Ik kan in het NL vertellen over Jeanne d'Arc
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Préparation PW 1
  • Ik ken voca ABEF
  • Ik kan het bijvoeglijk naamwoord gebruiken
  • Ik kan de werkwoorden op -re gebruiken
  • Ik kan in het NL vertellen over Jeanne d'Arc

Slide 1 - Diapositive

VOCA ABEF
Pak je woordenlijst voor je (p. 48-49) !

Slide 2 - Diapositive

Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 3 - Carte mentale

activiteiten

Slide 4 - Carte mentale

sociale media

Slide 5 - Carte mentale

Bijvoeglijke naamwoorden
Hoe moet het ook alweer?

Slide 6 - Diapositive

Waar moet je aan denken als het gaat om de plaats van het bijv. nw?

Slide 7 - Question ouverte

Bijv. nw die vóór het zelfst. nw komen

Slide 8 - Carte mentale

Waar moet je aan denken en goed naar kijken als je een bijv. nw schrijft?

Slide 9 - Question ouverte

Het vrouwelijk van beau is ...

Slide 10 - Question ouverte

Het mannelijk meervoud van beau is ...

Slide 11 - Question ouverte

Welke twee woorden gaan ongeveer hetzelfde als beau?

Slide 12 - Question ouverte

Het vrouwelijk van italien is ...

Slide 13 - Question ouverte

Het vrouwelijk van actif is ...

Slide 14 - Question ouverte

Het vrouwelijk van dangereux is ...

Slide 15 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het bijv. nw op de juiste plek in de zin in:
Les ___ profs ___ (bon)

Slide 16 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het bijv. nw op de juiste plek in de zin in:
Une ___ actrice ___ (italien)

Slide 17 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het bijv. nw op de juiste plek in de zin in:
Les ___ filles ___ (amoureux)

Slide 18 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het bijv. nw op de juiste plek in de zin in:
Les ___ garçons___ (beau)

Slide 19 - Question ouverte

Werkwoorden op -re
Présent en passé composé

Slide 20 - Diapositive

niks
-s
-ons
-ez
-ent
Je
Tu
Il / elle / on
Nous
Vous
Ils / elles

Slide 21 - Question de remorquage

Vul de juiste vorm van de présent in:
Vous ______ (perdre)

Slide 22 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van de présent in:
Elle ______ (attendre)

Slide 23 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van de présent in:
Les profs ______ (vendre)

Slide 24 - Question ouverte

Wat gaat er meestal mis bij het maken van een passé composé in het Frans?

Slide 25 - Question ouverte

Zet in de passé composé:
Tu .... (vendre)

Slide 26 - Question ouverte

Zet in de passé composé:
Vous .... (entendre)

Slide 27 - Question ouverte

Zet in de passé composé:
Les profs .... (perdre)

Slide 28 - Question ouverte

Jeanne d'Arc

Slide 29 - Carte mentale

Ben je op deze punten verder?
  • Ik ken voca ABEF
  • Ik kan het bijvoeglijk naamwoord gebruiken
  • Ik kan de werkwoorden op -re gebruiken
  • Ik kan in het Nederlands vertellen over Jeanne d'Arc

Slide 30 - Diapositive

Was dit een goede voorbereiding op het proefwerk?
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 32 - Question ouverte

Hoe vond je deze les?

Slide 33 - Question ouverte

Bonne chance met leren !

Slide 34 - Diapositive