Les 4vwo - 2-3-2021-Biofysica I. Zien en waarnemen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Les 2-3-2021: Zien en waarnemen

• Bespreken onderdelen van opgave C12 (spiegel)
• Constructies bij positieve en negatieve lens
• Bespreking onderdelen B11 
  
• Formules bij lenzen bespreken, ook met applet
• Maken en bespreken opgave erover

Les 2 maart 2021
Aan het eind van deze les kunnen jullie:

• constructies maken met een spiegel
• beelden construeren bij een positieve en negatieve lens, zowel reële beelden als virtuele beelden
• rekenen met de formules voor lenzen

12a) gebruik: hoek i = hoek t

12b) de lichtstralen lijken vanuit B te komen

12c) B ligt op dezelfde afstand van de spiegel als L maar dan achter de spiegel
12d) De lichtstralen vanuit L komen niet samen in B, 

12e) maar lijken vanuit b te zijn uitgezonden (optie D)

Stap 1: bepaald B; stap 2: Trek lichtstralen vanuit B naar de randen van het oog; stap 3: Trek lichtstralen vanaf de spiegel naar L

11a en b

Opgave 11c

Teken lichtstraal van V naar B
--> O (op hoofdas van V' naar B' in dit geval) en de plaats van de lens 

Opgave 11d

Teken lichtstraal van V naar de lens, evenwijdig aan de hoofdas en daarna naar B 
--> F2. 

Het andere brandpunt, F1, ligt links van de lens op dezelfde afstand van de lens als F2

Opgave 11e

f = afstand lens tot F2 (of F1)
   = 1,0 cm = 0,010 m

S = 1/f = 1/0,010 = 100 dpt

Opgave 11f

• Teken lichtstraal van V door O zover dat je op 6 vakjes (het beeld BB' moet 3 keer zo groot zijn als het voorwerp VV') boven de hoofdas uitkomt na de lens (B)
• V' ligt op de hoofdas, dus B' ook, loodrecht onder B
• Teken lichtstraal vanuit V evenwijdig aan hoofdas naar lens en daarna naar B --> F2

Opgave 11g en formule voor N

• Meet b op: 7,5 cm
• Meet f op:  2,0 cm = 0,020 m
• S = 1/f = 1/0,020 = 50 dpt

Wat valt op: 

N = BB'/VV' = 3,0 ((definitie van N!!)
maar er geldt ook b/v = 7,5 / 2,5 = 3,0 = N

Opgave 11g en lenzenformule

• Meet b op: 7,5 cm
• Meet f op:  2,0 cm = 0,020 m
• S = 1/f = 1/0,020 = 50 dpt

Er geldt ook:

                                      cm

​v​​1​​+​b​​1​​=​f​​1​​

​f​​1​​=​2,5​​1​​+​7,5​​1​​=​7,5​​3​​+​7,5​​1​​=​7,5​​4​​

f=​4​​7,5​​=1,9

Opgave 11g en formules voor S

• Meet b op: 7,5 cm = 0,075 m
• Meet f op:  2,0 cm = 0,020 m

Er geldt ook:

dan moet f in meter

                                      

                                     dpt 

                                                     

                                                  m

​v​​1​​+​b​​1​​=​f​​1​​=S

​f​​1​​=​0,025​​1​​+​0,075​​1​​=​0,075​​3​​+​0,075​​1​​=​0,075​​4​​

f=​4​​0,075​​=0,019

S=​0,075​​4​​=53

Opgave over de lenzenwet:
a) Bereken b als v = 30 cm en f = 10 cm.
b) Is het beeld vergroot of verkleind? Hoe weet je dat?
De antwoorden bespreken we ook met een applet

oefenopgave

• v = 30 cm, f = 10 cm

                                    cm  

               

                                                              

dus een verkleind beeld

​v​​1​​+​b​​1​​=​f​​1​​

​b​​1​​=​10​​1​​−​30​​1​​=​30​​3​​−​30​​1​​=​30​​2​​

b=​2​​30​​=15

N=​v​​b​​=​30​​15​​=0,5<1

https:

Drie soorten beelden bij een positieve lens: reëel (geval 1) en virtueel beeld (geval 3)

Maak opgave B8.
De lens laat je staan. Je verschuift het voorwerp. Het scherm om het beeld op te krijgen mag je ook verschuiven

https:

Een negatieve lens heeft een divergerende werking.
Bij een negatieve lens is de constructie precies anders om. 
De brandpuntsafstand en lenssterkte zijn negatief

Stel hier je vragen die je nog hebt.

Thuiswerk voor 5-3-2021

• Bestudeer B1. Zien en waarnemen helemaal
• Bekijk filmpjes over het oog die ik nog opgeef
• Maak opgaven A4, A5, B6, B8, B7, C14, C15