9.1 Ongezond

Wat associeer je met ongezond ?
1 / 36
suivant
Slide 1: Carte mentale
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat associeer je met ongezond ?

Slide 1 - Carte mentale

9.1 Ongezond

Slide 2 - Diapositive

Je gezondheid hangt af van..
1. Je leefstijl
2. Je omgeving.
3. De gezondheidszorg 

Slide 3 - Diapositive

Wat zijn genotmiddelen?
Geen voorbeelden, maar omschrijving!

Slide 4 - Question ouverte

Waarom zou je?
1. omdat je het lekker vindt
2. voor de 'gezelligheid', om 'erbij te horen'
3. omdat het een gewoonte is
4. omdat je verslaafd bent
(afhankelijk bent)

Slide 5 - Diapositive

Verslaafd. 3 manieren:

1. Lichamelijk: je lichaam heeft het middel nodig om te functioneren. 
2. Geestelijk afhankelijk: je denkt dat je niet zonder 
     kunt.
3. Sociaal afhankelijk: je mis het 
    contact met de mensen met wie
    je het middel gebruikte.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Invloed van drugs..
De invloed van drugs is afhankelijk van 4 dingen:

1. de hoeveelheid die je inneemt
2. hoe je je op dat moment voelt
3. de omgeving
4. de soort drugs die je gebruikt

Slide 8 - Diapositive

Wat doen drugs met je hersens?
Drugs kunnen op verschillende manieren invloed hebben:

  • Stimulerend (uppers)
  • Verdovend (downers)
  • Veranderend van bewustzijn

Slide 9 - Diapositive

Stimulerende drugs
- snellere hersenwerking
- je hartslag gaat omhoog 
- spieren spannen zich aan
-> actiever -> 'niet te stoppen'
- bloeddruk gaat omhoog
we noemen dit UPPERS 
(cocaine, amfetamine, tabak, koffie)

Slide 10 - Diapositive

Verdovende drugs
Deze middelen werken kalmerend.
  • Suffer - want werking hersens is trager
  • Ademhaling en hartslag gaan omlaag.

we noemen deze drugs DOWNERS
(wiet, heroine, GHB, alcohol, slaapmiddelen)

Slide 11 - Diapositive

Bewustzijnsveranderende drugs
Sommige middelen hebben invloed op je bewustzijn.
  • Laten je hersens anders werken  
  • Je neemt dingen anders dan de werkelijkheid waar

Dit soort drugs noemen we TRIPPERS
(denk aan LSD, Hasj, marihuana, paddo's)

Slide 12 - Diapositive

Doen!
Hw; zie studiewijzer in Classroom!


ZS

Slide 13 - Diapositive

9.1 Ongezond

Slide 14 - Diapositive

Nicotine, cafeïne, cocaïne, speed en xtc laten je hersens ..... werken
A
sneller werken
B
anders werken
C
trager werken
D
moeilijker werken

Slide 15 - Quiz

Wiet, alcohol, heroïne en slaapmiddelen zijn voorbeelden van..
A
bewustzijns-veranderende middelen
B
verdovende middelen
C
stimulerende middelen
D
vernietigende middelen

Slide 16 - Quiz

Wat zijn de gevolgen van roken?

Slide 17 - Carte mentale

Gevolgen van roken
Nicotine ->
1. verslavende stof
2. versnelt hartslag
3. vernauwt bloedvaten
   -> huid minder doorbloed ->
koude handen + hoge bloeddruk 
 

Slide 18 - Diapositive

Gevolgen van roken
Koolstofmonoxide
adem je in als je rookt 
- via longblaasjes -> bloed
-> hecht aan hemoglobine  -> geen vervoer van zuurstof
-> duizelig, slechte conditie, 

Slide 19 - Diapositive

Teer
kleeft aan binnenkant van longen - later ook buitenkant te zien
- beschadigd slijmvlies luchtwegen-> slijm/vuil/schadelijke stoffen niet afgevoerd -> 'rokershoestje'

Slide 20 - Diapositive

Hoe noem je de verslavende
stof in tabak?

Slide 21 - Question ouverte

Dat je conditie achteruit gaat en vaker duizelig bent, is vooral te danken aan het gas...

Slide 22 - Question ouverte

Een 'rokershoestje' waarmee het lichaam de schadelijke stoffen kwijt probeert te raken, is vooral te danken aan de schadelijke stof...

Slide 23 - Question ouverte

Ziekten aan luchtwegen
1. COPD: 
  • Chronische bronchitis = continu ontstoken bronchiën/slijmvlies maakt extra slijm -> moeilijk ademen
  • longemfyseem = longblaasjes knappen -> minder zuurstofopname 

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Ziekten aan luchtwegen
2. Longkanker 
verhoogde kans door teer in longen

Slide 26 - Diapositive

Welke gevolgen heeft alcohol?
Alcohol : gifstof.
Verdooft je hersens.
Aangeschoten: je overschat jezelf, 
je ziet, hoort, reageert en beweegt
minder goed
Dronken: nog erger - soms overgeven. 
volgende dag een 'kater'; hoofdpijn, dorst. 

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Welke gevolgen heeft alcohol?
Comazuipen of 'binge-drinking' -
 in korte tijd heel veel alcohol drinken. -> alcoholvergiftiging: je hersens vallen uit en je kan in coma
raken. 
Hoe jonger, hoe gevoeliger je
hersens zijn voor alcohol. 
-> Hersencellen sterven af. 

Slide 29 - Diapositive

Gevolgen van blowen
Blowen: wiet of hasj roken. Meestal als joint. 
Onder invloed:
stoned = loom, verdoofd gevoel 
high = opgewekt en actief. 
Cannabis laat je hersens anders werken; versterkt je stemming. 
Daarbij: kans op verslaving, want als je stopt krijg je ontwenningsverschijnselen. (angst, zweten, beven, onrust, etc)

Slide 30 - Diapositive

Wat is het gevaar van cannabis?

Slide 31 - Question ouverte

Kan je verslaafd raken aan blowen? Leg uit.

Slide 32 - Question ouverte

Vragen?

Slide 33 - Diapositive

Wat heb je onthouden van de les?

Slide 34 - Carte mentale

Doen!
Hw; zie studiewijzer in Classroom.
ZS

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Lien