Tijd, plaats en handeling
Aristoteles' idee van tijd, plaats en handeling gaat over hoe een goed toneelstuk volgens hem moet worden opgebouwd.
Eenheid van tijd: Het verhaal moet zich afspelen binnen één etmaal, dus alles gebeurt binnen 24 uur. Dit houdt het verhaal compact en overzichtelijk.
Eenheid van plaats: Het verhaal speelt zich af op één plek. Bijvoorbeeld, als het stuk in een paleis begint, blijft alles zich daar afspelen en gaan de personages niet naar een andere locatie.
Eenheid van handeling: Het verhaal volgt één hoofdlijn of plot zonder zijsporen of andere verhaallijnen. Alles draait om één centraal probleem of conflict dat wordt opgelost aan het einde van het stuk.
Met deze regels wilde Aristoteles ervoor zorgen dat het verhaal duidelijk, eenvoudig en gemakkelijk te volgen is voor het publiek.