1.2 3B consumeren met en zonder geld

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn voorbeelden van zelfvoorziening?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Juist
Onjuist
Collectieve voorzieningen zijn voor iedereen bedoeld.
De overheid moet met collectieve voorzieningen winst maken.
De brandweer is een voorbeeld van een collectieve voorziening.
Voor collectieve voorzieningen hoef je nooit te betalen.
De supermarkt is een voorbeeld van een collectieve voorziening.

Slide 6 - Question de remorquage

3 goed = 2 punten
2 goed = 1 punt
1 goed = 0 punten
Collectieve voorzieningen

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgorde van bewerkingen
1. Reken uit wat tussen de haakjes staat: ( )

2. Vermenigvuldigen en delen (van links naar rechts)

3. Optellen en aftrekken (van links naar rechts)

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld
25 + 18 : 3=
stap 1
Bepaal in welke volgorde je de bewerkingen moet uitvoeren.
stap 2: 
Reken in die volgorde uit.


In de opgave staan een optelling en een deling. Je moet eerst de edelin uitrekenen en daarna de optelling.
25 + 18 : 3 =
25 + 6 =

25 + 18 : 3 = 31

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5 + (6 x 3) : 2 =

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Afronden

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stijging of daling in procenten

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stijging of daling in procenten
Als je stijgingen en dalingen in procenten uitdrukt,
kun je veranderingen beter met elkaar vergelijken.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jaimy verdiende vorig jaar € 3.200.
Dit jaar verdient hij € 3.250.
Hoeveel procent is het inkomen van Jaimy gestegen?

(nieuw - oud) : oud x 100 = stijging/daling %

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Nog een voorbeeld
  • Jaimy  verdiende vorig jaar € 3.200. 
  • Dit jaar verdient hij € 3.250.
  • Hoeveel procent is het inkomen van Jaimy gestegen?
  • 1. Nieuw = 3.250
  • 2. Oud = 3.200
  • 3. Stijging = (3250 – 3200) ÷ 3.200 x 100 = 1,6%


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions