07-11-2023

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

WELKOM
3 Kader
Welkom
2MH

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
* Stillezen

* Woordendictee

* Huiswerk nakijken

* Korte instructie

* Zelfstandig werken


Slide 3 - Diapositive

Stillezen 
Je pakt je leesboek en gaat stillezen.




timer
15:00

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Vijf woordendictee
Chinese
reuzenpanda
meermaals
natuurreservaat
hectare











Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Slide 8 - Diapositive

Psychisch perspectief
De gebeurtenissen in een verhaal lees je altijd vanuit het standpunt / de ogen van iemand anders. Vaak is dit de hoofdpersoon, maar niet altijd. Dit standpunt van vertellen heet psychisch perspectief. 

Slide 9 - Diapositive

Psychisch perspectief
Verschillende vormen psychisch perspectief:
  • Ik- perspectief (ik-vorm)
  • personaal perspectief (hij/zij- vorm)
  • auctoriaal perspectief (soort verteller)
  • meervoudig perspectief (meerdere personages)

Slide 10 - Diapositive

Psychisch perspectief

In het volgende filmpje: 
'Dagboek van Anne Frank': ik-verteller (psychisch perspectief). Anne Frank vertelt over haar ervaringen in het Achterhuis. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Rijmschema?
A
gepaard rijm (AABB)
B
gekruist rijm (ABAB)
C
omarmend rijm (ABBA)
D
gebroken rijm (ABCB)

Slide 15 - Quiz

Wat is het
rijmschema?
A
gepaard
B
omarmend
C
gekruist

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Tekstdoelen

Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 18 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overhalen
D
Uitleg geven

Slide 19 - Quiz

Tekstdoelen

Een menukaart heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 20 - Quiz

Als onderwerp voor hun werkstuk kozen ze pooldieren.
Onderwerp=
A
Als onderwerp
B
pooldieren
C
kozen
D
ze

Slide 21 - Quiz

Mevrouw Witteveen / heeft / E2Ha / online/ een les / gegeven. 
Mevrouw Witteveen heeft 2Ha een online les gegeven. 
Mevrouw Witteveen heeft E2Ha online een les gegeven
Mevrouw Witteveen heeft E2Ha online een les gegeven. 
Mevrouw Witteveen heeft E2Ha online een les gegeven. 
Mevrouw Witteveen heeft E2Ha online een les gegeven. 
werkw. gezegde
onderwerp
persoonsvorm
zinsdelen
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp

Slide 22 - Question de remorquage

Lijdend voorwerp

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Jij kan het lijdend voorwerp in die zin vinden.

A
jij
B
het lijdend voorwerp
C
in die zin
D
kan vinden

Slide 23 - Quiz

Hij vraagt mij de weg.

Wat is het meewerkend voorwerp?
A
mij
B
hij
C
vraagt
D
de weg

Slide 24 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?

Zij heeft het ons toch verteld.
A
zij
B
heeft
C
ons
D
toch

Slide 25 - Quiz

werkwoordspelling tegenwoordige tijd werkwoordspelling
A
Hij zaagd het hout..
B
Hij zaagt het hout.
C
Hij zaagdt het hout.

Slide 26 - Quiz

werkwoordspelling
A
Hij onthoud alles wat ik vertel.
B
Hij onthoudt alles wat ik vertel.

Slide 27 - Quiz

werkwoordspelling
A
Hij bediend de gasten
B
Hij bedient de gasten

Slide 28 - Quiz

Zelfstandig werken


Maken
Oefenen voor de toets!
Versterk jezelf!
Test jezelf!
Vragen stellen indien nodig


timer
15:00

Slide 29 - Diapositive

Alweer een les voorbij!

Slide 30 - Diapositive