Het pungelhuis

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Thema

In het boek Het Pungelhuis is ‘familie’ een belangrijk thema.

1. Hoe wordt dit thema uitgewerkt in het boek?

2. Wat komen jullie allemaal te weten over Oles familie? Noem 5 dingen.

Hoofdpersonages

1. Wat zijn de vier belangrijkste personages uit het boek? Omschrijf hun karakter door voorbeelden van hun gedrag te geven uit het boek.

2. Door wiens ogen lezen we het verhaal? Wat is de invloed daarvan op het verhaal?

Tijd in het boek

1. Wat is de vertelde tijd in het boek, oftewel hoeveel tijd wordt er beschreven in het verhaal?

2. Is er sprake van flashbacks/flashforwards? Geef 5 voorbeelden.

Ruimte in het boek

1. Welke plekken/plaatsen/ruimtes spelen een belangrijke rol in het boek?

2. Hoe worden deze plekken/plaatsen/ruimtes omschreven en wat komen jullie erover te weten? Geef 5 voorbeelden uit het boek.

Fictie of non-fictie

1. De botersmokkel tussen België en Nederland heeft echt plaatsgevonden. Is het boek daarmee fictie of non-fictie? Leg jullie antwoord uit. Vertel ook wat jullie te weten zijn gekomen. over deze historische gebeurtenis als je er dingen over opzoekt.

2. Leg de titel van het boek uit in een titelverklaring. Waarom heeft de schrijfster voor deze titel gekozen, denken jullie?

Annet Huizing

1. Zoek relevante informatie over de schrijfster door op de website van de uitgever te kijken en interviews te lezen. Leg uit hoe zij als schrijfster te werk gaat. Geef daarbij 3 uitspraken van Annet Huizing weer, waarin zij haar methode van schrijven verduidelijkt.

2. Zoek ook uitspraken op die aansluiten bij de inhoud van het gelezen boek. Citeer de uitspraak over Het Pungelhuis die jullie het meest treffend vinden.

Groepjes en verdeling opdracht

Thema: Mischa/ Tom/ Kalle/ Cato/ Fenna

Hoofdpersonages: Cassandra/ Vera/ Tyas/ Kjell/ Fabian

Tijd: Jenthe/ Louie/ Ritaj/ Boike/ Raffaello

Ruimte: Perle/ Jente/ Thijs/ Antonie/ Flynn

Fictie of non-fictie: Elsa/ Julia/ Sabien/ Isaac

Annet Huizing: Jasmijn/ Sanne/ Moos/ Niels/ Mees

Lokaal goed zetten

Zie op het whiteboard hiernaast hoe je het lokaal moet neerzetten. Jullie hebben 2 minuten!

Aan de slag

• Je gaat in je groepje aan de slag met jullie thema. Informatie daarover vind je in je lesboek en op internet.
• Je maakt een poster die je zo aantrekkelijk mogelijk maakt.
• Schrijf ook ieders mening over het boek op de poster. gebruik daarvoor beoordelingswoorden (spannend, saai, mooi, langdradig, et cetera).
• De volgende les gaan jullie de poster presenteren.