King en de drakenvlinders les 1: fictie, non-fictie, realisme
King en de drakenvlinders
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
King en de drakenvlinders
Slide 1 - Diapositive
Lezen
10 minuten
timer
10:00
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen literatuurtoets King en de drakenvlinders
Je leert het verschil tussen fictie en non fictie.
Je leert het verschil tussen realistisch en niet realistisch.
Je kunt hoofd- en bijpersonen in een verhaal benoemen.
Je leert het verschil tussen medespelers en figuranten.
Je kunt het uiterlijk, de karaktereigenschappen en de kenmerken van een personage benoemen.
Je kunt relaties tussen personages benoemen.
Je begrijpt wat de begrippen identiteit, buitenbeentje, empathie en saamhorigheid inhouden.
Je kunt je mening over een boek geven door gebruik te maken van beoordelingswoorden.
Je kunt het vertelperspectief benoemen.
Je begrijpt wat een thema is en wat motieven zijn van een verhaal.
Je begrijpt wanneer een verhaal chronologisch of niet-chronologisch is.
Slide 3 - Diapositive
Totstandkoming boek
Het boek 'King en de drakenvlinders' is tot stand gekomen doordat de schrijfster en haar redacteur tijdens een diner opmerkten dat er geen jeugdboeken bestaan waarin een donkere homojongen de hoofdrol speelt.
Slide 4 - Diapositive
Jouw oordeel (tot nu toe)
De afgelopen weken heb je kennis kunnen maken met het boek.
Ik ben heel erg benieuwd wat jullie er tot nog toe van vinden
Slide 5 - Diapositive
2. Ben jij het eens of oneens met deze uitspraak over King en de drakenvlinders? Leg je antwoord ook uit.
'Zeer aangrijpend, onvergetelijk'
Slide 6 - Question ouverte
1. Ben jij het eens of oneens met deze uitspraak over het boek? Leg je antwoord uit.
'Hoopvol en dapper.'
Slide 7 - Question ouverte
Vandaag in de les
Bespreken we de leerdoelen voor King en de drakenvlinders
Leer je het verschil tussen fictie en non fictie
Leer je het verschil tussen realistisch en niet realistisch
Slide 8 - Diapositive
Fictie en non-fictie
Fictie
Verzonnen verhalen over gebeurtenissen en mensen, die bedacht zijn door de schrijver (leesboek, stripverhaal, film, gedicht).
Non-fictie
Verhalen over de werkelijkheid, met feiten over (echte) mensen en (echte) gebeurtenissen. De schrijver heeft het niet bedacht/verzonnen. Het is echt gebeurd (krantenbericht, journaal) of geeft informatie (schoolboek).
Slide 9 - Diapositive
Realistisch en niet-realistisch
Realistisch
Een schrijver verzint mensen en gebeurtenissen die erg lijken op de werkelijkheid, die echt zouden kunnen gebeuren
Niet-realistisch
Een schrijver verzint een verhaal met mensen en gebeurtenissen, die in werkelijkheid niet kunnen gebeuren.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
0
Slide 12 - Vidéo
A
fictie
B
non-fictie
Slide 13 - Quiz
Is dit boek fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie
Slide 14 - Quiz
A
fictie
B
non-fictie
Slide 15 - Quiz
A
fictie
B
non-fictie
Slide 16 - Quiz
A
fictie
B
non-fictie
Slide 17 - Quiz
Een stripboek over Donald Duck
A
Fictie
B
Non-fictie
Slide 18 - Quiz
Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie
Slide 19 - Quiz
Lesboek van Nederlands
A
fictie
B
non-fictie
Slide 20 - Quiz
Geef aan of het fictie of non-fictie is.
Het weerbericht voor het komende weekend.
A
Fictie
B
Non- Fictie
Slide 21 - Quiz
Geef aan of het fictie of non-fictie is.
Een aflevering van SpangaS.
A
Fictie
B
Non- Fictie
Slide 22 - Quiz
Geef aan of het fictie of non-fictie is.
De gebruiksaanwijzing voor een spelcomputer.
A
Fictie
B
Non- Fictie
Slide 23 - Quiz
Wat ging goed?
Slide 24 - Diapositive
Ik weet hoe het boek King en de Drakenvlinders tot stand is gekomen.
Ja
Nee
Een beetje
Slide 25 - Sondage
Ik weet het verschil tussen fictie en non-fictie.
Ja
Nee
Een beetje
Slide 26 - Sondage
Ik weet wat het verschil tussen realistisch en niet-realistisch