Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Werkwoorden -re
Werkwoorden -er en Werkwoorden -re krijgen dezelfde vervoegingen.
A
vrai
B
faux
1 / 39
suivant
Slide 1:
Quiz
frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Cette leçon contient
39 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Werkwoorden -er en Werkwoorden -re krijgen dezelfde vervoegingen.
A
vrai
B
faux
Slide 1 - Quiz
iedere 'zak' heeft zijn eigen regels. De regels van de zak van ww-er zijn anders dan de zak van de ww-ir en ook weer anders dan de zak van ww-re!
Slide 2 - Diapositive
De 'zak' van ww-re is veel kleiner dan die van de ww-er
A
vrai
B
faux
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
De stam van ww-re is :
het hele ww min -re
A
vrai
B
faux
Slide 5 - Quiz
In de présent zijn de uitgangen van de je/tu/il-vorm alle 3 hetzelfde
A
vrai
B
faux
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
De uitgangen in het meervoud (Présent) zijn dezelfde als die van ww-er
A
vrai
B
faux
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
'on' betekent 'u' dus krijgt -ez als uitgang
A
vrai
B
faux
Slide 10 - Quiz
Nee, dat klopt niet; on is geen 'u' :
on = men & we
vous = u
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Om de Imparfait te maken
van een werkwoord, gaan we uit
van het hele ww-er/-ir/-re
A
vrai
B
faux
Slide 14 - Quiz
We gaan uit van de nous-vorm:
nous-vorm van de présent:
daar halen we -ons vanaf
en zetten er de uitgang achter
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
De nous-vorm présent van entendre (horen) =
A
entendrons
B
entendissons
C
entendons
D
entenderons
Slide 17 - Quiz
Dus de imparfait wordt:
je entenderais
A
vrai
B
faux
Slide 18 - Quiz
nee, want de uitgangen van de imparfait zijn:
A
ais-ait-ait ions-iez-ient
B
ait-ait-ais ons-ez-aient
C
ais-ais-ait ons-ez-ient
D
ais-ais-ait ions-iez-aient
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
Dus hij wachtte =
A
il attend ait
B
il attend ais
Slide 21 - Quiz
U wachtte =
A
on attendait
B
vous attendiez
C
on attendais
D
vous attendions
Slide 22 - Quiz
Meneer Dupont wachtte =
A
M. Dupont attendions
B
M. Dupont attendais
C
M. Dupont attendiez
D
M. Dupont attendait
Slide 23 - Quiz
De kinderen wachtten =
A
Les enfants attendent
B
Les enfants attendiont
C
Les enfants attendaient
D
Les enfants attendait
Slide 24 - Quiz
Andere ww-re die je moet kennen zijn perdre, entendre, vendre.....en die betekenen:
A
verliezen, horen, verkopen
B
horen, verkopen, verliezen
C
verkopen, verliezen, horen
D
verkopen, horen, verliezen
Slide 25 - Quiz
...en rendre, répondre, descendre,
en díe betekenen:
A
antwoorden, teruggeven, naar beneden gaan/uitstappen
B
naar beneden gaan/uitstappen, teruggeven, antwoorden
C
antwoorden, naar beneden gaan/uitstappen, teruggeven,
D
teruggeven, antwoorden, naar beneden gaan/uitstappen
Slide 26 - Quiz
De Passé Composé:
Bij al deze ww gebruik je het hulpwerkwoord AVOIR
A
vrai
B
faux
Slide 27 - Quiz
descendre
Descendre = uitstappen of naar beneden gaan.
NL: ik BEN uitgestapt & ik BEN naar beneden gedaan.
hulpww = zijn. in t Frans ook: être
Slide 28 - Diapositive
Je maakt van ww-re het voltooid deelwoord door -re eraf te halen en er é voor in de plaats te zetten
A
vrai
B
faux
Slide 29 - Quiz
Neem als voorbeeld 'teruggeven': rendre. Het voltooid deelwoord =
A
rendé
B
rendrué
C
rendu
D
rendrue
Slide 30 - Quiz
Wij hebben teruggegeven =
A
Nous avons rendu
B
Vous avez rendu
C
Nous avez rendu
D
Vous avons rendu
Slide 31 - Quiz
Mijn vrienden hebben teruggegeven =
Mes copains...
A
avons rendu
B
a rendu
C
avez rendu
D
ont rendu
Slide 32 - Quiz
Uitstappen = descendre
Jij bent uitgestapt =
A
tu as descendu
B
tu es descendu
Slide 33 - Quiz
U bent uitgestapt =
A
On est descendu
B
Vous avez descendu
C
Vous êtes descendu
D
On a descendu
Slide 34 - Quiz
Zij hebben geantwoord =
A
ils ont rendu
B
ils ont répondu
C
ils ont attendu
D
ils ont entendu
Slide 35 - Quiz
Wij verkochten
A
Nous avons vendu
B
Nous avons rendu
C
Nous rendions
D
Nous vendions
Slide 36 - Quiz
Slide 37 - Diapositive
Hij heeft gewacht
A
il a attendu
B
il est entendu
C
il a entendu
D
il est attendu
Slide 38 - Quiz
Slide 39 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Verbes reguliers en -re
Mars 2020
- Leçon avec
19 diapositives
Frans
Middelbare school
HERHALING WERKWOORDEN + NIEUWE OP -re
il y a 28 jours
- Leçon avec
18 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Les verbes et chapitre 6
Mai 2020
- Leçon avec
33 diapositives
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
3H ABCD chapitre 3
Janvier 2022
- Leçon avec
31 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Regelmatige werkwoorden op -re
Avril 2021
- Leçon avec
22 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2HV Regelmatige ww op -re
Février 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
H4 - verbes réguliers en -RE (5 temps)
Octobre 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2tvm Regelmatige ww op -re present
Février 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2