Oefenen voor het SO Klas 1D H1.1, H1.3, H1.5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 1

Oefenen voor het SO Klas 1D H1.1, H1.3, H1.5

H.1.1 Fictie

Is dit fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

Fictie of non-fictie?

Is dit fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Is dit fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non fictie

Is dit fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Fictie is

1. verzonnen
2. een verslag van een gebeurtenis
3. een nieuwsbericht

Is 'Spijt' realistische fictie of onrealistische fictie?

1. Realistisch
2. Onrealistisch

Fictie of non-fictie?

Is dit fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Fictie
Wat is fictie?

1. Verzonnen verhalen
2. Biografie
3. Informatieve verhalen
4. Autobiografie

Fictie kan bestaan uit realistisch fictie en niet-realistisch fictie.
Bovenstaande uitspraak is

1. niet waar
2. waar
3. weet ik niet

H1.3 Lezen

Wat is het onderwerp van een tekst?

1. is de titel van een tekst
2. de afbeelding bij een tekst
3. dat waar een tekst over gaat
4. komt niet voor in een tekst

Bij verkennend lezen...

1. ...probeer je de tekst te begrijpen en wil je precies weten wat erin staat.
2. ...probeer je een eerste indruk van de tekst te krijgen.
3. ...probeer je de tekst uit je hoofd te leren.
4. ...probeer je in de tekst te vinden wat je zoekt.

Welke manier van lezen gebruik je voordat je een tekst gaat lezen?

1. zoekend
2. verkennend
3. nauwkeurig
4. studerend

Waar vind je de deelonderwerpen van een tekst?

1. inleiding
2. middenstuk
3. slot

Bij nauwkeurig lezen

1. maakt het nog niet uit of je de tekst begrijpt
2. probeer je de tekst zo goed mogelijk te begrijpen
3. lees je zo snel mogelijk
4. moet je altijd hardop lezen

Bij verkennend lezen...

1. bekijk je de titel, de afbeeldingen en lees je de tekst.
2. bekijk je de titel, de afbeeldingen en de bron.
3. bekijk je de titel, de afbeeldingen, de tussenkopjes en de bron.
4. bekijk je de titel, de afbeeldingen, de tussenkopjes en de bron en lees je de tekst.

Bij zoekend lezen:

1. Wil ik informatie vinden die ik nodig heb
2. Lees ik een tekst heel precies
3. Bekijk ik vooral het onderwerp van de tekst
4. Zoek ik alleen de moeilijke woorden op

Bij verkennend lezen ga je heel precies de hele tekst lezen.

1. Ja
2. Nee

Wat is het onderwerp van een tekst? Het onderwerp van een tekst...

1. ... vertelt in één woord of een paar woorden waar de tekst over gaat.
2. ... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
3. ... vertelt wat iemand ergens van vindt.
4. ... vertelt wat waar of niet waar is.

Wat is het onderwerp van de tekst?

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. gevonden pootafdrukken van dino's
2. het Schotse eiland Skye
3. wetenschappers in Schotland
4. dino's leefden in een gezin

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. straf voor circus
2. Tjechisch circus
3. vergeten krokodil
4. verwaarlozing

Hoe kan ik de deelonderwerpen in de tekst vinden? (er zijn twee antwoorden goed)

1. Met tussenkopjes
2. Met kernzinnen
3. In de inleiding
4. In het slot

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over school?

1. De dierenwinkel
2. De geschiedenis van voetbal
3. Pauzes in de aula
4. Zakgeld

H1.5 Woorden

Wat betekent 'combineren'?

1. Dingen uit elkaar trekken
2. Iets alleen laten staan
3. Verspreide zaken uit elkaar halen
4. Losse dingen bij elkaar brengen

Wat is een ezelsbruggetje?

1. Een soort brug voor ezels
2. Een instrument om muziek te maken
3. Een hulpmiddel om iets te onthouden
4. Een voertuig voor lastenvervoer

Wat betekent ontwikkelen?

1. Stilstaan
2. Achteruitgaan
3. Niks veranderen
4. Dingen erbij leren

Wat is de betekenis van het woord 'variëren'?

1. Verschillen in grootte, hoeveelheid, vorm of kwaliteit.
2. Hetzelfde blijven
3. Gelijk blijven
4. Constant zijn

Wat is de betekenis van 'de inspanning'?

1. Een moment van bezinning.
2. De moeite die je ergens voor doet.
3. Een gevoel van onverschilligheid.
4. Een vorm van ontspanning.

Wat is een samenstelling?

1. Een fout waarbij je twee woorden door elkaar haalt
2. Twee woorden die op elkaar rijmen
3. Twee woorden uit dezelfde categorie
4. Bestaande woorden die je samenvoegt om een nieuw woord te maken

Welk woord is een samenstelling?

1. Enthousiast
2. onaardig
3. keukentafel
4. Normaal

Welk woord is geen samenstelling?

1. Broodzak
2. Boomwortel
3. Broedmachine
4. Bedoeling

Is het onderstaande woord een samenstelling?

voetbaltrainer

1. Ja
2. Nee

Is het onderstaande woord een samenstelling?

geestelijk

1. Ja
2. Nee

Het eerste woord in de samenstelling is het belangrijkste woord

1. waar
2. nietwaar

Het laatste woord van een samenstelling bepaald het lidwoord

1. waar
2. niet waar

Ik ben klaar voor het SO volgende week

Ja helemaal

Bijna, ik moet nog een klein beetje oefenen

Nee, ik moet nog flink oefenen