WEEK 12 unité 3.5 het bijvoeglijk naamwoord

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Bienvenue!

klas 2C en 2D zitten volgens de vaste plattegrond

Het belang van de uitspraak!!

Bingo: 

punt voor stomme h

punt voor weglaten s

les absents

Tu habites où? J'habite à Meppel/Rouveen etc.

Tu as des frères ou des soeurs? J'ai 1 soeur / J'ai 2 frères. etc.

Il/elle s'appelle comment? Il/elle s'appelle ......... Marieke etc.

C'est quel jour aujourd'hui? C'est mercredi, jeudi, vendredi

Quel temps fait-il? Il fait beau, il neige etc

je suis présent (m- enkelvoud)

je suis présente (v-enkelvoud)

Job et Sam sont présents (m-meervoud)

Merle et Fleur sont présentes (v-meervoud)

Pak je aantekeningenschrift OF

open je document "aantekeningen Frans"

lesdoel: je weet hoe je het bijv. nw gebruikt in een zin

les 1 herhaling klas 1, les 2 bijzondere vormen

Titel: un 3 app 5 het bijvoeglijke naamwoord

We maken aantekeningen

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord:

de rode auto

het kleine kind

vorm en plaats

vorm: het bijvoeglijk naamwoord heeft dezelfde vorm als het zelfstandig naamwoord 

un homme charmant-une femme charmante

2 hommes charmants - 2 femmes charmantes

plaats: de hoofdregel is dat het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord staat

tabel aantekeningen aanvullen

video leerjaar 1

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een ...

Het bijvoeglijk naamwoord

Wat weten we nog?

Un garçon français.                     Een Franse jongen.

Une fille française.                       Een Frans meisje.

In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord vaak ... het zelfst. nw.

bijv nw die ervóór komen

Deze woorden moet je kennen!! Ook de vertaling!

joli - leuk, bijv. une jolie fille

grand - groot ,  bijv. un grand homme

petit - klein

bon- goed

beau - mooi

nouveau - nieuw

vieux - oud

Een bijvoeglijk naamwoord dat bij een vrouwelijk woord hoort krijgt een extra ...

1. e
2. s

Ken je dit schema nog?

Het bijvoeglijk naamwoord

Un pantalon rouge.           -->           Une robe rouge.

Un garçon français.          -->           Deux garçons français.

• Geen extra -e, wanneer het mannelijk enkelvoud al eindigt op een -e.
• Geen extra -s, wanneer het mannelijk enkelvoud al eindigt op een -s of een -x.

Kies de juiste vorm:
Elle a une ___ jupe.

1. joli
2. jolie

Kies de juiste vorm:
La série est ___.

1. intéressant
2. intéressante

Kies de juiste vorm:
C'est une ___ actrice.

1. grand
2. grande

dernière question...

Kies de juiste vorm:
Elle a deux chats (m) ___ .

1. noirs
2. noir

Maak de opdrachten over het bijvoeglijk naamwoorden die klaarstaan in Learnbeat.

Klaar? Bekijk dan alvast de video die hoort bij de tweede les van deze week. Deze gaat over de bijzondere vormen.

deel 2 bijv naamwoorden

De bijzondere vormen

bijzondere vormen kijk in je boek, 2 h wijkt af

-tabel aantekeningen

mannelijk      -            vrouwelijk

oud: vieux -                 vieille

nieuw: nouveau-     nouvelle

mooi: beau -              belle

wit: blanc-                  blanche

gek: fou -                    folle

lang: long-                 longue

Le sac est

1. nouveau
2. nouvelle

La grand-mère est...

1. vieille
2. vieux

zelfstandig werken

Maak de opdrachten in Learnbeat.

Klaar? Schrijf het huiswerk voor volgende week in je agenda en start met het leren van de woordjes.

devoirs volgende week

leren apprendre 8

leren: de bijvoeglijke naamwoorden aantekeningen / theorie in je boek