Zijn de zinnen goed of fout? Verbeter de foute zinnen ook!
1. Wij vertrekken om acht uur naar het vliegveld.
2. Vervolgens wij gaan met het vliegtuig naar Spanje.
3. Daarna wij nemen de taxi naar een hotel.
4. Bij het hotel je kan zwemmen want er is een zwembad.
5. Op zondag gaan wij weer terug naar huis.
6. Dan ik ga naar school op maandag.