Fictie Perron 1

Fictie Perron 1
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Fictie Perron 1

Slide 1 - Diapositive

Begrippen
* Detectives
* Thrillers
* Spanning
* Tijd versnellen
* Tijd vertragen

Slide 2 - Diapositive

Detectives
  • Moord oplossen
  • Spannend om achter de dader te komen
  • Het verhaal is net een puzzel
  • Detectives van dezelfde schrijver - soms dezelfde hoofdpersoon

Slide 3 - Diapositive

Thrillers
  • Een spannend verhaal
  • Gaat puur om spanning: moord, schatkaart, spionage
  • Het verhaal moet je pakken (de schrijver doet dat op allerlei manieren)
  • Soms bovennatuurlijke kenmerken (geesten/spoken)

Slide 4 - Diapositive

Spanning
  • Geen enkel verhaal kan zonder spanning.
  • Spanning roept vragen op en maakt de lezer nieuwsgierig naar de antwoorden op die vragen.
  • Als schrijver kan je op verschillende manieren 'spelen' met spanning.

Slide 5 - Diapositive

Spanning

Slide 6 - Diapositive

Tijd versnellen en vertragen
Versnelling Een langere periode wordt verteld in weinig woorden. 
Bijvoorbeeld: flash forward, de volgende ochtend, een week later, enz.

Vertraging Een korte periode wordt verteld in veel woorden. 
Een situatie wordt uitgebreid verteld, spannende momenten worden zo langer uitgesteld.

Slide 7 - Diapositive

Spanning kan worden opgeroepen door:
A
cliffhanger
B
een angstaanjagende omgeving
C
belangrijke informatie weg te laten
D
door chronologisch te vertellen

Slide 8 - Quiz

Wat is GEEN middel voor spanning?
A
Een gevaarlijke of enge omgeving
B
De hoofdpersoon is in een gevaarlijke situatie
C
Een gesprek tussen twee personen
D
Een raadsel of een probleem dat opgelost moet worden

Slide 9 - Quiz

Hoe ontstaat spanning?
A
Door vragen van de lezer te beantwoorden.
B
Door vragen bij de lezer op te roepen.

Slide 10 - Quiz

Een verhaal waarin een speurder probeert te achterhalen wie een misdrijf heeft gepleegd.
A
Detective
B
Thriller
C
Ontwikkelingsverhaal
D
Sciencefiction

Slide 11 - Quiz

Wat is een Thriller?
A
Een verhaal over een reis.
B
Een verhaal over fantasiewezens.
C
Een spannend verhaal in een levensbedreigende situatie.
D
Een verhaal over het volwassen worden van de jonge hoofdpersoon.

Slide 12 - Quiz

Wat is geen kenmerk voor een thriller?
A
veel gebeurtenissen
B
hoog spanningsniveau
C
er gaat iemand dood
D
nadruk op actie en gevaar

Slide 13 - Quiz


Als de schrijver stukken tijd samenvat in een aantal woorden dan heet dit ...
A
versnelling
B
vertraging
C
vertelde tijd
D
tijdsprong

Slide 14 - Quiz

EINDE

Slide 15 - Diapositive