TH1: werkwoordspelling H6: VT sterke ww

Werkwoordspelling
VT van sterke werkwoorden
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling
VT van sterke werkwoorden

Slide 1 - Diapositive

Doel:


Ik weet wat sterke werkwoorden zijn
Ik weet hoe ik sterke werkwoorden correct moet schrijven

Slide 2 - Diapositive

Wat was ook alweer het verschil tussen een sterk en zwak werkwoord?

Slide 3 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van een sterk werkwoord

Slide 4 - Question ouverte

Kijk maar eens naar het volgende schema

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Even oefenen
Wat is de juiste vorm van het werkwoord?
Let op! Verleden tijd!

Slide 7 - Diapositive

Gisteren .... (lopen) ik naar de markt

Slide 8 - Question ouverte

Wist Bram gisteren zelf wel
waarover hij .... (spreken)?

Slide 9 - Question ouverte

Lisa .... (verdwijnen) gisteren door de deur, die uitkwam op de kleine kloostergang.

Slide 10 - Question ouverte

..... (liegen) jij vorige week toen je vertelde over die afspraak?

Slide 11 - Question ouverte

Jochem .... (blazen) gisteren alle kaarsjes op zijn taart uit!

Slide 12 - Question ouverte

Zo'n drieduizend jaar geleden ....
(trekken) de gletsjers zich terug naar het noorden.

Slide 13 - Question ouverte

Karim .... (snijden) afgelopen dinsdag in zijn vinger.

Slide 14 - Question ouverte

Afgelopen week hadden die honden ruzie, ze .... (bijten) elkaar in de poten.

Slide 15 - Question ouverte

In de afgelopen 10 jaar .... (bevriezen) de rivier misschien twee keer.

Slide 16 - Question ouverte

Toen Max en Jack aan het stoeien waren, .... (breken) zij de vaas van oma.

Slide 17 - Question ouverte

Gisteren .... (brengen) ik de kinderen met de auto naar school.

Slide 18 - Question ouverte

Toen wij aan et wandelen waren, ..... (fluiten) die leuke jongen naar mij.

Slide 19 - Question ouverte

Wat ... (geven) jij hem vorig jaar voor zijn verjaardag?

Slide 20 - Question ouverte

Afgelopen Kerst, .... (eten) jullie toen ook zalm met broccoli?

Slide 21 - Question ouverte

Roos en Linda ..... (hebben) gisteren allebei een voldoende gehaald voor de toets

Slide 22 - Question ouverte

De twee bergbeklimmers ... (houden) elkaar angstvallig vast toen zij vorige week van de berg af dreigden te vallen

Slide 23 - Question ouverte

Jij .... (weten) het antwoord op die vraag in het huiswerk van gisteren toch ook niet?

Slide 24 - Question ouverte

De baby van Lotte .... (kruipen) gisteren voor de eerste keer!

Slide 25 - Question ouverte

..... (nemen) Serge gisteren de trein naar Amsterdam?

Slide 26 - Question ouverte

Feline .... (mogen) afgelopen vrijdag niet naar het feestje van haar ouders.

Slide 27 - Question ouverte

Evaluatie

Slide 28 - Diapositive

Ik weet wat een sterk werkwoord is
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Ik kan sterke werkwoorden correct spellen
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Sondage

Geef een voorbeeldzin met een sterk werkwoord in de verleden tijd.

Slide 31 - Question ouverte