Spelling groep 5 blok 6 les 5 ik-vorm

Spelling 
blok 6 les 5
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Spelling 
blok 6 les 5

Slide 1 - Diapositive

voorkennis activeren
Wat is het werkwoord?

Pak je chromebook.
Ga naar lessonup.
Log in met je eigen naam.

Slide 2 - Diapositive

Wat is het werkwoord?

De raket koerst naar de maan.

A
raket
B
koerst
C
maan
D
naar

Slide 3 - Quiz

Wat is het werkwoord?

Ik krab met mijn nagel op mijn wang.
A
ik
B
krab
C
nagel
D
wang

Slide 4 - Quiz

Wat is het werkwoord?

De verkouden mannen snuiten hun neuzen.
A
verkouden
B
mannen
C
snuiten
D
neuzen

Slide 5 - Quiz

Wat is het werkwoord?

Die ouders verwennen hun kind.
A
die
B
ouders
C
verwennen
D
kind

Slide 6 - Quiz

Wat is het werkwoord?

Voor die man geldt de afspraak niet.
A
voor
B
die
C
man
D
geldt

Slide 7 - Quiz

leerdoel
Ik kan de ik-vorm van een werkwoord schrijven.

graven - ik graaf
fluiten - ik fluit
schudden - ik schud




Slide 8 - Diapositive

instructie 
.











Slide 9 - Diapositive

instructie 
smullen 
Ik .................... van het stuk taart.






Slide 10 - Diapositive

instructie 
pompen
Ik .................... het zwembad op.






Slide 11 - Diapositive

instructie 
vullen
Ik .................... de flessen met water.







Slide 12 - Diapositive

samen oefenen
Pak je chromebook.
Log in.
Ga naar Lesson-Up.
Log in met je eigen naam.

Slide 13 - Diapositive

smullen
Ik .................... van de melk.

Slide 14 - Question ouverte

zitten
Ik .................... in de klas.

Slide 15 - Question ouverte

knippen (tt)
De kapster .................... het haar van Bo.

Slide 16 - Question ouverte

klussen
Ik .................... elk weekend in het huis.

Slide 17 - Question ouverte

kijken
Ik .................... naar een film.

Slide 18 - Question ouverte

maken (tt)
Ik .................... alle opdrachten.

Slide 19 - Question ouverte

halen
Ik .................... mijn diploma.

Slide 20 - Question ouverte

drinken
Ik .................... het liefst water.

Slide 21 - Question ouverte

Lesafsluiting
(zwemmen)  Ik .......... met mijn beste vriendin.
(bouwen)  Ik ......... met de lego.
(liggen)  Ik .......... op de bank.

Klaar? Steek je vinger op!

Slide 22 - Diapositive