Ontkenning (niet/geen)

De ontkenning
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De ontkenning

Slide 1 - Diapositive

De ontkenning
* Negatief
* Niet/geen


Wim drinkt geen water.
Mijn broer werkt niet.

Slide 2 - Diapositive

Wanneer gebruik je geen?
1. Voor een de-woord of het-woord
    dat niet specifiek is.
2. Voor een bijvoeglijk + zelfstandig naamwoord
3. Voor zelfstandige naamwoorden

voorbeelden:



1. Wim drinkt geen water.
1. Ik heb geen zin in rekenen.
2. Diana heeft geen rode pen.
3. Ik heb geen auto.


Slide 3 - Diapositive

Wanneer gebruik je geen?
4. Bij stofnamen (koffie, thee, 
    suiker, zand, goud, zilver, hout, papier, enz.
5. bij zelfstandig naamwoorden zonder                                                 lidwoord of met het onbepaalde lidwoord een.



4. Dennis heeft geen papier.
5. Diana heeft geen rode pen.


Slide 4 - Diapositive

Wanneer gebruik je niet?
Khuzama werkt niet.
Ik wil niet slapen.
Na een werkwoord
Na het eerste finiete werkwoord (= pv)
Belal is niet boos.
Voor een bijvoeglijk naamwoord (adjectief)
De kat ligt niet op de grond.
Voor een voorzetsel
Ali komt vandaag niet.
Na een bijwoord (adverbium)

Slide 5 - Diapositive

Vandaag hebben we .... huiswerk.
A
niet
B
geen

Slide 6 - Quiz

Onze buren zijn vandaag .... thuis.
A
niet
B
geen

Slide 7 - Quiz

De baby wil .... slapen.
A
niet
B
geen

Slide 8 - Quiz

Ik heb hier .... computer.
A
niet
B
geen

Slide 9 - Quiz

Waarom ben je .... op tijd?
A
niet
B
geen

Slide 10 - Quiz

Ik drink .... koffie.
A
niet
B
geen

Slide 11 - Quiz

Ik hou .... van koffie.
A
niet
B
geen

Slide 12 - Quiz

Zij heeft ........... zin in thee.
A
niet
B
geen

Slide 13 - Quiz

Wil ze ook .............. koekje?
A
niet
B
geen

Slide 14 - Quiz

Heb je ............... huiswerk gemaakt?
A
niet
B
geen

Slide 15 - Quiz

Heb je ............... boek meegenomen?
A
niet
B
geen

Slide 16 - Quiz

Ik begrijp negatie ...
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage