woordsoorten tl4 moeilijk

Wat heb je gedaan?

'Wat' is een ....
A
persoonlijk voornaamwoord
B
vragend voornaamwoord
C
aanwijzend voornaamwoord
D
bijwoord
1 / 13
suivant
Slide 1: Quiz
Middelbare school

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat heb je gedaan?

'Wat' is een ....
A
persoonlijk voornaamwoord
B
vragend voornaamwoord
C
aanwijzend voornaamwoord
D
bijwoord

Slide 1 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie haalt jullie op?

Wat voor soort is het woord WIE?
A
aanwijzend voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
vragend voornaamwoord

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hij bracht ons naar dat feest.

Wat voor soort is het woord DAT?
A
aanwijzend voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
vragend voornaamwoord

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van een vragend voornaamwoord?
A
als
B
waar
C
wie
D
daar

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragend voornaamwoord
  • Een vragend voornaamwoord staat meestal aan het begin van een vraag.


  • Wie, wat, welke, wat voor.
  • Alle andere vraagwoorden noem je bijwoorden; waar, wanneer, hoe, wanneer, hoeveel enz.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

aanwijzend voornaamwoord

                                    hier               daar

de- woord:            deze             die

het-woord:            dit                  dat

meervoud:             deze              die

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

aanwijzend voornaamwoord
Er zijn maar zes aanwijzende voornaamwoorden: 
dit, dat, die, deze, zo’n, zulke.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem het woord 'waar'.
Waar ga jij naar de fitness?
A
vragend voornaamwoord
B
bijwoord

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom heb jij dat gedaan?

'Waarom' is een ....
A
vragend voornaamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
bijwoord
D
werkwoord

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de onderstaande is een
VRAGEND voornaamwoord?
A
die
B
welke
C
mijn
D
ik

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

het vragend voornaamwoord herken je vaak aan de letter?
A
S
B
K
C
W
D
L

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje?

WAAR - WIE - WELKE - WAT
A
waar
B
wie
C
welke
D
wat

Slide 12 - Quiz

WAAR is geen vragend voornaamwoord, de rest wel.
Waar in een zin staat meestal het vragend voornaamwoord?

A
Aan het begin van de zin
B
Vlak voor het vraagteken
C
na de pv
D
voor het lidwoord

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions