3.1 Wat zijn de kosten?

3. We gaan voor de winst
3.1 Wat zijn de kosten?
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3. We gaan voor de winst
3.1 Wat zijn de kosten?

Slide 1 - Diapositive

3.1 Wat zijn de kosten?
  • Ik kan voorbeelden geven en herkennen van de 4 productiefactoren.
  • Ik kan uitleggen wat bedoeld wordt met maatschappelijk verantwoord ondernemen.
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen variabele en vaste kosten.
  • Ik kan de kostprijs per product berekenen.
  • Ik kan de afschrijving van kapitaalgoederen berekenen. 
  • Ik kan een verkoopprijs berekenen.
  • Ik kan een consumentenprijs berekenen.

Slide 2 - Diapositive

Welke productiefactor is op een school het belangrijkst?
A
natuur
B
arbeid
C
kapitaal

Slide 3 - Quiz

Kies de TWEE voorbeelden van de productiefactor kapitaal
A
Hout
B
Machines
C
Computers
D
Monteur

Slide 4 - Quiz

Sleep de foto's naar de juiste productiefactoren.
Kapitaal
Arbeid
Natuur

Slide 5 - Question de remorquage

3.1 Wat zijn de kosten?
Productiefactoren
Om te produceren zijn altijd drie productiefactoren nodig:
  • arbeid
  • kapitaalgoederen (gebouw, voorraad en machines)
  • natuur (grondstoffen en ruimte)
  • ondernemerschap
Leerdoel
Ik kan voorbeelden geven van de 4 productiefactoren.

Slide 6 - Diapositive

vaste kosten frituur

Slide 7 - Carte mentale

variabele kosten frituur

Slide 8 - Carte mentale

Als de verkoop stijgt, welke kosten nemen dan toe?
A
vaste kosten
B
variabele kosten
C
beide
D
geen

Slide 9 - Quiz

Als de verkoop daalt, welke kosten nemen dan af?
A
vaste kosten
B
variabele kosten
C
beide
D
geen

Slide 10 - Quiz

3.1 Wat zijn de kosten?
Variabele en vaste kosten
De kosten die je maakt om te produceren zijn:
  • vaste kosten: kosten die niet afhankelijk zijn van meer of minder produceren.
  • variabele kosten: kosten die wel afhankelijk zijn van meer of minder produceren.

kostprijs per product = (vaste kosten + variabele kosten)  : aantal verkochte producten
Leerdoel
Ik kan het verschil uitleggen tussen variabele en vaste kosten.

Slide 11 - Diapositive

Waarom is dit goed
voor de gemeente?

Slide 12 - Carte mentale

Wat zijn nadelen
voor de gemeente?

Slide 13 - Carte mentale

3.1 Wat zijn de kosten?
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Bedrijven hebben ook invloed op hun omgeving
  • maatschappelijke opbrengsten (bv. werkgelegenheid)
  • maatschappelijke kosten (bv. geluidshinder)

Bedrijven die rekening houden met de gevolgen voor mens en milieu doen aan maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Leerdoel
Ik kan uitleggen wat bedoeld wordt met maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Slide 14 - Diapositive

Waarom investeren bedrijven?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is een afschrijving?
A
waardevermeerdering
B
boekwaarde
C
restwaarde
D
waardevermindering

Slide 16 - Quiz

Een groenteboer heeft een koeling van 8500 euro gekocht.
Hij doet er 4 jaar mee en krijgt er daarna nog 500 euro voor terug. Wat is de afschrijving per jaar?
A
€ 2200
B
€ 500
C
€ 2000
D
€ 8000

Slide 17 - Quiz

Welk bedrijf heeft hoge afschrijvingskosten?
A
kapitaalintensief bedrijf
B
arbeidsintensief bedrijf

Slide 18 - Quiz

3.1 Wat zijn de kosten?
Investeren en afschrijven
Bedrijven investeren om meer, beter of goedkoper te produceren.
  • Afschrijving: De jaarlijkse waardevermindering van kapitaalgoederen
  • Kapitaalintensieve bedrijven hebben hoge afschrijvingskosten.



Leerdoel
Ik kan uitleggen wat bedoeld wordt met maatschappelijk verantwoord ondernemen.
afschrijving=levensduuranschafwaarderestwaarde

Slide 19 - Diapositive

Wie moet er BTW betalen?
A
bedrijven
B
consumenten
C
beide

Slide 20 - Quiz

Welke prijs is inclusief BTW?
A
Verkoopprijs
B
Consumentenprijs

Slide 21 - Quiz

3.1 Wat zijn de kosten?
Verkoopprijs
De verkoopprijs (altijd exclusief BTW!) wordt als volgt opgebouwd:
  • verkoopprijs = inkoopprijs + kosten per product + stukje winst
  • verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge

Consumentenprijs = verkoopprijs + BTW


Leerdoel
Ik kan uitleggen wat bedoeld wordt met maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Slide 22 - Diapositive

Prijs exclusief BTW bereken

Slide 23 - Diapositive

3.1 Wat zijn de kosten?
  • Ik kan voorbeelden geven en herkennen van de 4 productiefactoren.
  • Ik kan uitleggen wat bedoeld wordt met maatschappelijk verantwoord ondernemen.
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen variabele en vaste kosten.
  • Ik kan de kostprijs per product berekenen.
  • Ik kan de afschrijving van kapitaalgoederen berekenen. 
  • Ik kan een verkoopprijs berekenen.
  • Ik kan een consumentenprijs berekenen.

Slide 24 - Diapositive

Variabele kosten zijn:
A
kosten die niet veranderen met de drukte in het bedrijf
B
kosten die wel veranderen met de drukte in het bedrijf

Slide 25 - Quiz