Paragraaf 9.4: Genexpressie

Genregulatie
- Aan- en uitzetten van genen 
--> welke eiwitten er gevormd worden (genexpressie)

Waarom?
In de alvleesklier hoeven niet dezelfde eiwitten gevormd te worden als in bijvoorbeeld het oog
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Genregulatie
- Aan- en uitzetten van genen 
--> welke eiwitten er gevormd worden (genexpressie)

Waarom?
In de alvleesklier hoeven niet dezelfde eiwitten gevormd te worden als in bijvoorbeeld het oog

Slide 1 - Diapositive

Welkom!
Leg je spullen klaar:
  • Laptop 
  • Biologieboek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
1e uur: 
  • Oefenen met 9.3: Eiwitsynthese
  • Uitleg 9.4: Genexpressie
  • Zelfstanding werken
2e uur:
Keuze uit:
  • Feedback onderzoeksverslag verwerken
  • VWO: verder werken aan Examenopdrachten VWO
  • HAVO: examenopdrachten DNA



Slide 3 - Diapositive

Langs een van de nucleotideketens van een DNA-molecuul wordt een RNA-molecuul gevormd. Deze keten heeft de nucleotidesequentie CGGATACGGTTA.
Wat is de sequentie van nucleotiden in het RNA-molecuul dat hierlangs wordt gesynthetiseerd?

Slide 4 - Question ouverte

In de afbeelding worden gelijktijdig meerdere RNA-moleculen gevormd.
In welke richting wordt het DNA afgelezen: in de richting van A of in de richting van B? Leg je antwoord uit.

Slide 5 - Question ouverte

Voor welk aminozuur bevat het codon ACG de code?
A
serine
B
cysteïne
C
tryptofaan
D
threonine

Slide 6 - Quiz

Welk van de onderstaande codons is geen stopcodon?
A
UAA
B
UGA
C
UAG
D
UAU

Slide 7 - Quiz

Je hebt een DNA-molecuul met de volgende DNA-volgorde:

TAC TCG TTC (streng 1)
ATG AGC AAG (streng 2)

1. Hoe ziet het DNA-molecuul eruit na de DNA-replicatie
2. Is het nieuwe molecuul enkel- of dubbelstrengs?
3. Hoe ziet het mRNA-molecuul eruit als streng 1 wordt afgelezen?
4. Hoe heet het proces waarbij dit stukje DNA (gen) wordt gekopieerd?
5. Welke aminozuren worden ingebouwd op basis van de code van streng 1?
6. Hoe heet het proces waarbij het mRNA-molecuul wordt afgelezen?

Slide 8 - Diapositive

Antwoorden
1. Na DNA-replicatie krijg je precies hetzelfde DNA-molecuul:
TAC TCG TTC (streng 1)
ATG AGC AAG (streng 2)
2. Het nieuwe molecuul is ook dubbelstrengs.
3. Het mRNA-molecuul ziet er zo uit:  AUG AGC AAG
4. Het proces waarbij dit stukje DNA (gen) wordt gekopieerd heet: Transcriptie
5. De ingebouwde aminozuren zijn: MET - SER - LYS
6. Het proces waarbij het mRNA-molecuul wordt afgelezen heet: Translatie

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Paragraaf 9.4: Genexpressie

Slide 11 - Diapositive

Lesdoelen
4.1 Je kunt beschrijven wat het belang van genexpressie voor een organisme is.
4.2 Je kunt enkele manieren van genregulatie bij prokaryoten beschrijven.
4.3 Je kunt enkele manieren van genregulatie bij eukaryoten beschrijven.

Slide 12 - Diapositive

Regulatorgenen

Prokaryoten en eukaryoten kunnen hun genexpressie aanpassen als milieuomstandigheden veranderen --> regulatorgenen 

Deze genen coderen voor eiwitten die de genexpressie beïnvloeden.

Slide 13 - Diapositive

Genexpressie bij prokaryoten (E.coli)

Slide 14 - Diapositive

Genexpressie en celdifferentiatie bij eukaryoten
  • Stamcellen

  • Celdifferentiatie: aan- en uitzetten genen --> bepaald het celtype

  • Apoptose = celdoding

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Aan de slag!
 Havo:
Paragraaf 9.4: opdracht 32 t/m 40

VWO: 
Opdrachten VWO Stofwisseling

Opdrachten niet af = huiswerk














Slide 18 - Diapositive