Le gérondif

Programme
  • Objectif :
      Tu sais 
    reconnaitre et utiliser
     le gérondif
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programme
  • Objectif :
      Tu sais 
    reconnaitre et utiliser
     le gérondif

Slide 1 - Diapositive

Le gérondif - quelques exemples!
Elle a rencontré sa copine Nathalie en faisant du sport.

Elles font leurs devoirs ensemble en s'amusant.



Slide 2 - Diapositive

Hoe vorm je volgens jou dan de gérondif, gebaseerd op deze voorbeelden?
Elle a rencontré sa copine Nathalie en faisant du sport.
Elles font leurs devoirs ensemble en s'amusant.

Slide 3 - Question ouverte

Le gérondif - quoi?
= tegenwoordig deelwoord / participe présent voorafgegaan door "en" -> en + participe présent

= participe présent -> 1. nous vorm wkw in O.T.T. 
                 2. knip -ons eraf
                3. voeg -ant toe

Slide 4 - Diapositive

Hoe maak ik een gérondif - quelques exemples
Het tegenwoordig deelwoord (participe présent): 
1. Neem de nous-vorm van de présent (commençons);
2. Haal -ons eraf (commenç-);
3. Vervang -ons voor -ant (commençant).
Bijvoorbeeld: prendre - 1. prenons; 2. pren-; 3. prenant.

Zet hier het woordje 'en' voor, en je hebt het gérondif!

Slide 5 - Diapositive

Belangrijke onregelmatige vormen
  • Être - en étant
  • Avoir - en ayant
  • Savoir - en sachant

Slide 6 - Diapositive

Le gérondif - comment et quand?
- Le gérondif kan drie dingen aangeven:

1. Dat iets op hetzelfde moment gebeurt of gebeurde 
(= gelijktijdigheid - terwijl)
2. Een voorwaarde 
(door)
3. De manier waarop je iets doet/ waarop je iets bereikt of verkijgt
(door)

Slide 7 - Diapositive

Exemples de l'emploi du gérondif
1.En faisant tes devoirs, tes notes s'amélioreront.
2. Je fais mes devoirs en écoutant de la musique.
3. Tu peux mieux te reposer en dormant plus longtemps.

-> In welke zin is het gérondif gebruikt 
voor een gelijktijdigheid, een voorwaarde, een manier?

Slide 8 - Diapositive

Les réponses
1.En faisant tes devoirs, tes notes s'amélioreront. Voorwaarde.
2. Je fais mes devoirs en écoutant de la musique.
Gelijktijdigheid
3. Tu peux mieux te reposer en dormant plus longtemps.
Manier

Slide 9 - Diapositive

Probeer zelf le gérondif te vormen van:
Lire

Slide 10 - Question ouverte

Probeer zelf le gérondif te vormen van:
Manger

Slide 11 - Question ouverte

Probeer zelf le gérondif te vormen van:
Prendre

Slide 12 - Question ouverte

Probeer zelf le gérondif te vormen van:
Écrire

Slide 13 - Question ouverte

Vat puntgewijs samen wat je onthouden moet over le gérondif
(wat, hoe, wanneer)

Slide 14 - Question ouverte

En résumé:
  • Het gérondif gebruik je om gelijktijdigheid, een manier waarop of een voorwaarde te benoemen.

  • Je maakt het gérondif door het woordje 'en' te gebruiken, gevolgd door het tegenwoordig deelwoord:
    nous-vorm van de présent zonder -ons, met -ant erachter

Slide 15 - Diapositive

Au travail!
Faites les exercices suivants:
- ex. 9a+b p. 53
- ex. 9c+d p. 54
- ex. 10b + 11b + 11c p. 55
timer
15:00

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive