V5: Chapitre 2, Grammaire A: Le Gérondif.

Bonjour v5 !
  • Prends ton livre, page 53. 
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bonjour v5 !
  • Prends ton livre, page 53. 

Slide 1 - Diapositive

Programme
  • Objectif : Tu sais reconnaître et utiliser le Gérondif.

  • Pratiquer:
  • Grammaire A : Le gérondif
  • ex.9,11

Slide 2 - Diapositive

Le gérondif (p. 53)
- Bestaat uit het woordje 'en' + het tegenwoordig deelwoord (participe présent)

- Le gérondif kan drie dingen aangeven:
1. Dat iets op hetzelfde moment gebeurde (terwijl)
2. Een voorwaarde (door)
3. De manier waarop je iets doet (door)

Slide 3 - Diapositive

Bijvoorbeeld:
1.En faisant tes devoirs, tes notes s'amélioreront.
2. Je fais mes devoirs en écoutant de la musique.
3. Tu peux mieux te reposer en dormant plus longtemps.

-> In welke zin is het gérondif gebruikt voor een gelijktijdigheid, in welke een voorwaarde, en in welke een manier?

Slide 4 - Diapositive

Bijvoorbeeld:
1.En faisant tes devoirs, tes notes s'amélioreront. Voorwaarde.
2. Je fais mes devoirs en écoutant de la musique.
Gelijktijdigheid
3. Tu peux mieux te reposer en dormant plus longtemps.
Manier

Slide 5 - Diapositive

Hoe maak ik een gérondif?
Maak eerst het tegenwoordig deelwoord: participe présent
Page 55, Tuyau.
1. Neem de nous-vorm van de présent: dansons;
2. Haal -ons eraf: dans-;
3. Vervang -ons voor -ant: dansant
Zet hier het woordje 'en' voor, en je hebt het gérondif!
en dansant

Slide 6 - Diapositive

Belangrijke onregelmatige vormen
  • Être - en étant
  • Avoir - en ayant
  • Savoir - en sachant

  • Let ook op de werkwoorden met bijzondere spelling! (Chapitre 1, Grammaire B)

Slide 7 - Diapositive

Probeer zelf eens het gérondif te vormen van:

  1. Lire
  2. Manger
  3. Prendre
  4. Écrire

Slide 8 - Diapositive

Probeer zelf eens het gérondif te vormen van:

  1. Lire - en lisant
  2. Manger - en mangeant
  3. Prendre - en prenant
  4. Écrire - en écrivant

Slide 9 - Diapositive

En résumé:
  • Het gérondif gebruik je om gelijktijdigheid, een manier waarop of een voorwaarde te benoemen.

  • Je maakt het gérondif door het woordje 'en' te gebruiken, gevolgd door het tegenwoordig deelwoord:
    nous-vorm van de présent zonder -ons, met -ant erachter

Slide 10 - Diapositive

Au travail !
Quoi?
Faire et corriger exercices 9 & 11 (pp. 53-55). 
Avec qui?
Individuellement ou avec ton/ta voisine.
Besoin d'aide?
Pose tes question à ton voisin/ta voisine ou à la prof.
Temps?
Le reste du cours

Résultat?
Tu auras pratiqué avec le gérondif.
Fini? 
Apprendre Leidenlijst:  2-6

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive