Le gérondif

Programme
  • Objectif : Tu sais reconnaitre et utiliser le gérondif.

  • Devoirs
  • Grammaire A : Le gérondif
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programme
  • Objectif : Tu sais reconnaitre et utiliser le gérondif.

  • Devoirs
  • Grammaire A : Le gérondif

Slide 1 - Diapositive

Le gérondif
- Bestaat uit het woordje 'en' + het tegenwoordig deelwoord (participe présent)

- Le gérondif kan drie dingen aangeven:
1. Dat iets op hetzelfde moment gebeurde (terwijl)
2. Een voorwaarde (door)
3. De manier waarop je iets doet (door)

Slide 2 - Diapositive

Bijvoorbeeld:
1.En faisant tes devoirs, tes notes s'amélioreront.
2. Je fais mes devoirs en écoutant de la musique.
3. Tu peux mieux te reposer en dormant plus longtemps.

-> In welke zin is het gérondif gebruikt voor een gelijktijdigheid, in welke een voorwaarde, en in welke een manier?

Slide 3 - Diapositive

Bijvoorbeeld:
1.En faisant tes devoirs, tes notes s'amélioreront. Voorwaarde.
2. Je fais mes devoirs en écoutant de la musique.
Gelijktijdigheid
3. Tu peux mieux te reposer en dormant plus longtemps.
Manier

Slide 4 - Diapositive

Hoe maak ik een gérondif?
Het tegenwoordig deelwoord (participe présent): 
1. Neem de nous-vorm van de présent (commençons);
2. Haal -ons eraf (commenç-);
3. Vervang -ons voor -ant (commençant).
Bijvoorbeeld: prendre - 1. prenons; 2. pren-; 3. prenant.

Zet hier het woordje 'en' voor, en je hebt het gérondif!

Slide 5 - Diapositive

Belangrijke onregelmatige vormen
  • Être - en étant
  • Avoir - en ayant
  • Savoir - en sachant

  • Let ook op werkwoorden met een onregelmatige spelling! (Chapitre 1, Grammaire B)

Slide 6 - Diapositive

Probeer zelf le gérondif te vormen van:
Lire

Slide 7 - Question ouverte

Probeer zelf le gérondif te vormen van:
Manger

Slide 8 - Question ouverte

Probeer zelf le gérondif te vormen van:
Prendre

Slide 9 - Question ouverte

Probeer zelf le gérondif te vormen van:
Écrire

Slide 10 - Question ouverte

En résumé:
  • Het gérondif gebruik je om gelijktijdigheid, een manier waarop of een voorwaarde te benoemen.

  • Je maakt het gérondif door het woordje 'en' te gebruiken, gevolgd door het tegenwoordig deelwoord:
    nous-vorm van de présent zonder -ons, met -ant erachter

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive