3 MAVO samenvatting hoofstuk 1 april 2023

Zuivere stoffen en mengsels
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Zuivere stoffen en mengsels

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stofeigenschappen:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dichtheid berekenen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dichtheid
Hier heb je 8 bolletjes in 1 cm3 dus kleinere dichtheid.
Dichtheid = 8
cm3g
Hier heb je 27 bolletjes in 1 cm3 dus grotere dichtheid.
Dichtheid = 27
cm3g

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Bereken de dichtheid van het blokje.


p=(cm3g)
    dichtheid = 
 massa: volume

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen stofeigenschap?
A
smaak
B
kleur
C
massa
D
dichtheid

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Groepjes van twee
Zet in het juiste vak
wel een stofeigenschap
geen stofeigenschap
kleur
geur
smeltpunt
kookpunt
massa
volume
dichtheid
fas
oplosbaarheid in water
oplosbaarheid in olie

Slide 7 - Question de remorquage

3 punten wanneer ze de drie NIET stofeigenschappen goed hebben
Als een voorwerp drijft op water is de dichtheid van het voorwerp...de dichtheid van water.
A
groter dan
B
gelijk aan
C
kleiner dan
D
weet ik niet

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het molecuulmodel

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken deeltjes model
Elke stof is opgebouwd uit heel kleine deeltjes, moleculen genoemd.
• Elke stof bestaat uit zijn eigen soort moleculen. 
• Moleculen bewegen voortdurend.
• Als de temperatuur stijgt, gaan de moleculen sneller (heftiger) bewegen.
• Moleculen trekken elkaar aan.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5 Welke uitspraak klopt niet? Volgens het molecuulmodel ...
A
bestaan stoffen uit moleculen
B
zijn moleculen altijd aan het bewegen
C
heeft elke stof dezelfde soort moleculen
D
trekken moleculen elkaar aan

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de temperatuur oploopt, gaan volgens het molecuulmodel de moleculen van een stof ...
A
sneller bewegen
B
minder snel bewegen
C
even snel bewegen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is een molecuulmodel
van een:
A
Vaste stof
B
Vloeistof
C
Water
D
Gas

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Fase bij kamertemperatuur een stofeigenschap 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fasen en fasenovergang

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke faseaanduiding hoort er bij welke fase?
Vast
Vloeibaar
Gas
Opgelost in water
(l)
(aq)
(s)
(g)

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.
Ik kan benoemen in welke drie fasen een stof kan voorkomen.
1
Smelten
Stollen
Condenseren
Vervluchtigen
Rijpen
Verdampen
gas
vloeistof
vaste stof

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuivere stof          mengsel
Een zuivere stof bestaat uit 1 soort moleculen
Zuivere stof of mengsel

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuivere stof
Mengsel

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

10 Welk plaatje geeft een mengsel aan en welke een zuivere stof
Mengsel
Zuivere stof

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

3 soorten mengsels
Vandaag leer je om 3 soorten mengsels te maken en herkennen aan hun eigenschappen. 

1. Oplossing
2.  Suspensie
3. Emulsie

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oplossing
Een oplossing is altijd helder.

Een oplossing bestaat uit een oplosmiddel waarin een vloeistof, vaste stof of gas in is opgelost.

Oplosmiddelen zijn vaak water of alcohol. 
Helder: doorzichtig, je kunt er dus doorheen kijken. Je ziet bij het plaatje hiernaast het lepeltje duidelijk. 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Suspensie
Een suspensie is troebel. 

Een suspensie bestaat uit een vloeistof waarin een vaste stof rondzweeft. 

Na een tijdje zinkt de vaste stof naar beneden en vormt daar een laagje. 
Troebel: ondoorzichtig, je kunt er niet doorheen kijken. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Emulsie
Een emulsie bestaat uit een vloeistof waarbij een andere vloeistof is gevoegd. 

Na een tijdje ontmengen de vloeistoffen van elkaar. 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Om een emulsie toch te laten mengen kun je een emulgator toevoegen. Dit stofje gaat om de oliedruppeltjes heen zitten en zorgt er voor dat ze door het water heen blijven zitten. Nu lijkt het toch gemengt. 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vaste stof in vloeistof, helder soms gekleurd
vloeistof met een niet opgeloste vaste stof
mengsel van olie/vet met water
vloeistof met vloeistof, helder en soms gekleurd
oplossing (I)
oplossing (II)
suspensie
emulsie

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

12 Een suspensie is een soort mengsel. Wat is een voorbeeld van een suspensie?
A
Thee
B
Limonade
C
Sinaasappelsap
D
Zout water

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk soort mengsel is hier afgebeeld?
A
nevel
B
suspensie
C
emulsie
D
schuim

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk mengsel?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk mengsel?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk mengsel?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een blijvende emulsie is een mengsel van..
A
Water en zout
B
water, olie en emulgator
C
Olie en bezine
D
water en olie

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hans maakt een mengsel. Hij doet een poeder van een onbekende stof in water. Er ontstaat een troebele vloeistof. Wat voor mengsel is dit?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Paragraaf 1.5
"Chemische reacties"

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

reactieschema's
beginstoffen -> reactieproducten

Beginstoffen voor de pijl
Reactieproducten na de pijl

Alle namen altijd volledig uitschrijven!

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vast magnesium reageert met zuurstof. Er ontstaat de vaste stof magnesiumoxide.

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Water wordt ontleed. De gassen waterstof en zuurstof ontstaan dan.

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions