3 MAVO samenvatting hoofstuk 1

Zuivere stoffen en mengsels
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Zuivere stoffen en mengsels

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stofeigenschappen
De eigenschappen waaraan je een stof kan herkennen noemen we stofeigenschappen.
Voorbeelden van stofeigenschappen zijn:
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak 
  • Brandbaarheid

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stofeigenschappen:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is geen stofeigenschap?
A
smaak
B
kleur
C
massa
D
dichtheid

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Groepjes van twee
Zet in het juiste vak
wel een stofeigenschap
geen stofeigenschap
kleur
geur
smeltpunt
kookpunt
massa
volume
dichtheid
gewicht
oplosbaarheid in water
oplosbaarheid in olie

Slide 5 - Question de remorquage

3 punten wanneer ze de drie NIET stofeigenschappen goed hebben
Het molecuul (deeltjes) model

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het molecuulmodel

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken deeltjes model
Elke stof is opgebouwd uit heel kleine deeltjes, moleculen genoemd.
• Elke stof bestaat uit zijn eigen soort moleculen. 
• Moleculen bewegen voortdurend.
• Als de temperatuur stijgt, gaan de moleculen sneller (heftiger) bewegen.
• Moleculen trekken elkaar aan.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef de meest correcte beschrijving op microniveau van dit molecuulmodel van een vloeistof.
A
De moleculen hebben geen vaste plaats, maar bewegen vrij langs elkaar heen. Tussen de vloeistofmoleculen is wat meer ruimte dan tussen de moleculen van een vaste stof.
B
De moleculen hebben geen vaste plaats, bewegen vrij langs elkaar heen maar trillen nog niet. Tussen de moleculen is wat meer ruimte dan tussen de moleculen van een vaste stof.
C
De moleculen hebben een vaste plaats, maar bewegen vrij langs elkaar heen. Tussen de vloeistofmoleculen is wat meer ruimte dan tussen de moleculen van een vaste stof.
D
De moleculen hebben een vaste plaats, bewegen vrij langs elkaar heen maar trillen nog niet. Tussen de moleculen is wat meer ruimte dan tussen de moleculen van een vaste stof.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraak klopt niet? Volgens het molecuulmodel ...
A
bestaan stoffen uit moleculen
B
zijn moleculen altijd aan het bewegen
C
heeft elke stof dezelfde soort moleculen
D
trekken moleculen elkaar aan

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met het molecuulmodel kun je chemische reacties verklaren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de temperatuur oploopt, gaan volgens het molecuulmodel de moleculen van een stof ...
A
sneller bewegen
B
minder snel bewegen
C
even snel bewegen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is een molecuulmodel
van een:
A
Vaste stof
B
Vloeistof
C
Water
D
Gas

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Fase bij kamertemperatuur een stofeigenschap 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fasen en fasenovergang

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

fasenovergangen van water
water(s)                water(l)                 smelten
water(l)                 water(g)                verdampen
water(g)                water(l)                 condenseren
water(s)                 water(g)               sublimeren
water(g)                 water(s)               rijpen

De woorden ijs en waterdamp gebruik je dus niet in dit schema!

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke faseaanduiding hoort er bij welke fase?
Vast
Vloeibaar
Gas
Opgelost in water
(l)
(aq)
(s)
(g)

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.
Ik kan benoemen in welke drie fasen een stof kan voorkomen.
1
Smelten
Stollen
Condenseren
Vervluchtigen
Rijpen
Verdampen
gas
vloeistof
vaste stof

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuivere stof          mengsel
Een zuivere stof bestaat uit 1 soort moleculen
Zuivere stof of mengsel

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuivere stof
Mengsel

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuivere stof

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuivere stof
Mengsel

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk plaatje geeft een mengsel aan en welke een zuivere stof
Mengsel
Zuivere stof

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Suspensie
Emulsie
Oplossing
Omschrijving
Voorbeeld
Rook
Nevel
Vaste stof die niet oplost in vloeistof
Vloeistof die niet oplost in vloeistof
Vaste stof of vloeistof die wel oplost in vloeistof
Krijt in water
Zout in water
Mayonaise
Vloeistofdruppels fijn verdeeld in een gas
Vaste deeltjes fijn verdeeld in een gas
Deodorant spray
Roetwolk uit een uitlaat van een auto

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Modderwater is een
A
suspensie.
B
oplossing.
C
emulsie.

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

dit mengsel is:
het is dus een:
dit mengsel is:
het is dus een:
helder
troebel
oplossing
suspensie

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions