2. tekstverbanden chronologie, opsomming, tegenst. en toelichting

Programma
Begrijpend lezen

1. Nieuwe theorie: H4 Tekstverbanden en signaalwoorden
2. Afronden vorige hoofdstuk: H3 Inleiding, slot en hoofdgedachte --> 
laatste opdracht maken (zelfstandig/klassikaal)
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Programma
Begrijpend lezen

1. Nieuwe theorie: H4 Tekstverbanden en signaalwoorden
2. Afronden vorige hoofdstuk: H3 Inleiding, slot en hoofdgedachte --> 
laatste opdracht maken (zelfstandig/klassikaal)

Slide 1 - Diapositive

Programma
Begrijpend lezen

1. Nieuwe theorie: H4 Tekstverbanden en signaalwoorden
2. Bespreken laatste tekst H3 Inleiding, slot en hoofdgedachte 
-> Over 'Valentijnsdag'
3. Kahoot tekstverbanden

Slide 2 - Diapositive

Nieuwe theorie: Lezen hoofdstuk 4 

Slide 3 - Diapositive

Je leert:

1.Wat tekstverbanden en signaalwoorden zijn.
2. Je leert de tekstverbanden: *chronologie, *opsomming, *tegenstelling en *toelichting.

Slide 4 - Diapositive

Welk woord past er op de puntjes?

... mijn vader drie keer gevallen was, durfde hij niet meer te schaatsen.
A
Hoewel
B
Nadat
C
Zoals
D
Bovendien

Slide 5 - Quiz

Welk woord past er op de puntjes?

Ik vind pretparken niet leuk. ... word ik misselijk als ik rondjes draai en ... heb ik hoogtevrees.
A
Echter - ook
B
Bovendien - later
C
Allereerst - ook
D
Ondanks dat - niet alleen

Slide 6 - Quiz

Welk woord past er op de puntjes?

Ik durf niet in die snelle achtbaan, ... mijn broertje is een echte waaghals.
A
toch
B
hoewel
C
zoals
D
maar

Slide 7 - Quiz

Welk woord past er op de puntjes?

Frisdranken ... cola en sinas bevatten vaak erg veel suiker.
A
zoals
B
terwijl
C
ondanks
D
bovendien

Slide 8 - Quiz

Programma
Begrijpend lezen

1. Wat weet je nog over de theorie van H4?: Tekstverbanden en signaalwoorden
2. Bespreken tekst en vragen 'Hobby XL'
3. Zelf aan het werk: opdracht 2 H4 maken

Slide 9 - Diapositive

  • Een schrijver wil van een tekst één geheel maken.
  • Zinnen en alinea's worden daarom vaak aan elkaar geplakt met speciale woorden.
  • Die woorden noemen we in een leestekst signaalwoorden.
  • Het signaalwoord geeft het soort tekstverband aan.
Wat zijn tekstverbanden?

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Chronologisch verband
Opsommend verband
Tegenstellend verband
Toelichtend verband
Nadat mijn vader drie keer gevallen was, durfde hij niet meer te schaatsen.
Ik vind pretparken niet leuk. Allereerst word ik misselijk als ik rondjes draai en ook heb ik hoogtevrees.
Ik durf niet in die snelle achtbaan, maar mijn broertje is een echte waaghals.
Frisdranken ... cola en sinas bevatten vaak erg veel suiker.

Slide 12 - Question de remorquage

Tekst lezen en opdracht maken (klassikaal)

We lezen de tekst 'Valentijnsdag', Tekst 4 van H3 Lezen

... en maken samen opdracht 4 vraag 1 en 2

Maak nu zelf opdracht 3 t/m 6 in de komende 10 minuten
Daarna: samen opdracht 8 en 9

Slide 13 - Diapositive

Bespreken tekst 'Hobby XL'

--> Waar gaat de tekst over?
--> Wie heeft ook een 'hobby XL'?
--> Tekst lezen + vragen


Slide 14 - Diapositive

Log nu in
- Lessonup.app
- code
- eigen naam

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Diapositive

Welke tekstverbanden kan je nog noemen?

Slide 18 - Question ouverte





Zoek signaalwoord en tekstverband:
Ik zat eerst in een stoel en daarna ging ik op de bank liggen.
A
eerst/daarna chronologisch verband
B
er staat geen signaalwoord in de zin
C
eerst/daarna opsommend verband
D
daarna toelichtend verband

Slide 19 - Quiz


Zoek tekstverband:
Hij houdt niet alleen van pannenkoeken maar ook van pizza's.lopen.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
chronologie
D
toelichting

Slide 20 - Quiz


WatWaWa
Wat is een tekstverband eigenlijk? Zoek het beste antwoord.
A
Je brengt samenhang tussen zinnen en alinea's
B
Je brengt samenhang tussen alinea's
C
Je legt verband tussen twee teksten
D
Je verbindt signaalwoorden met elkaar.

Slide 21 - Quiz


Wat moet je doen als je een moeilijk woord tegenkomt en je hebt geen woordenboek?
A
Het woord overslaan
B
Woord in stukken hakken
C
Zinnen eromheen lezen
D
A,B en C zijn goed

Slide 22 - Quiz


Een titel boven een alinea of boven meerdere alinea's noem je....
A
alinea
B
tussenkopje
C
tekstgedeelte
D
signaalwoord

Slide 23 - Quiz


Wat geeft een signaalwoord aan?
A
Dat er iets belangrijks aankomt in de tekst.
B
Het belangrijkste woord in een tekst.
C
Een tekstverband
D
Dat er een tekstverband komt en om welk teksverband het gaat

Slide 24 - Quiz

Tekstverbanden
Signaalwoorden
-Chronologisch: de volgorde in tijd wordt aangegeven
-Opsommend: zaken worden achter elkaar genoemd.
-Tegenstellend: dingen worden tegenover elkaar gezet.
-Toelichtend: er wordt extra uitleg geven door voorbeelden te noemen.
vroeger, later, eerst, daarna, vervolgens, nadat, intussen, binnen-
kort. Ook datums en tijdstippen.
ten eerste, daarnaast, bovendien, verder, ten slotte, ook, niet alleen...maar ook

maar, daarentegen, toch, echter, hoewel, ondanks dat, anderzijds

bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou.

Slide 25 - Diapositive


Schrijf een zin op met een signaalwoord. 

Slide 26 - Question ouverte

Zelf aan het werk 
Over opvallende hobby's gesproken...
Maak opdracht 2 van H4 Lezen helemaal: Tekstverbanden en signaalwoorden
Hoe werk je? Je werkt rustig en zachtjes pratend samen met de persoon naast je of je werkt alleen.
Klaar?Je kunt verder werken aan de weekopdracht of voor een ander vak aan het werk/leren.

Slide 27 - Diapositive

Zelf aan het werk met de stof
Vraag vooraf: Heb jij een hobby en hoe belangrijk is die hobby voor jou?
Maak opdracht 1 van H4 Lezen helemaal: Tekstverbanden en signaalwoorden op blz. 109.
Hoe werk je? Je mag rustig, dus rustig en zachtjes pratend, samenwerken met de persoon naast je.
Klaar? Lees alvast tekst 4 van H4 'Een echte cowgirl'

Slide 28 - Diapositive

Bekijk het volgende filmpje

Slide 29 - Diapositive

3. Voordelen Whatsapp: sociale verbondenheid/vrienden snel bereiken/ook van ver weg/kost weinig tijd
4. Nadelen: groepsdruk/stress-je MOET reageren.
5. Leespubliek: jongeren
6. hoofdgedachte: Invloed van Whatsapp op vriendschappen.
7. zwart-wit=iets heeft voor-en nadelen
8. bloedde dood=eindigen/ sociale isolatie=alleen zijn/geen vrienden hebben.

Slide 30 - Diapositive

Verwijswoorden
  •  Je vervangt zelfstandig nw. of namen. De tekst wordt minder saai.
  • Je verwijst naar iets dat eerder of soms later in de tekst wordt genoemd.
  • Je verwijst naar 1 woord/meerdere woorden of een hele zin.
  • Stel vragen: wie?wat? waar? welke?

Slide 31 - Diapositive

Welke twee signaalwoorden horen bij het tekstverband "uitleg - voorbeeld"?
Welke twee signaalwoorden horen bij het tekstverband "uitleg - voorbeeld"? 
A
dat wil zeggen, als
B
dus, kortom
C
maar, daarentegen
D
zoals, net als

Slide 32 - Quiz


Tekstverband? De Efteling heeft de leukste attracties van Nederland zoals de Baron.
A
vergelijking
B
conclusie
C
tijdsvolgorde
D
uitleg

Slide 33 - Quiz


Tekstverband? Zij is heel sterk maar hij daarentegen kan nauwelijks iets tillen.
A
reden
B
uitleg
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 34 - Quiz

Ga naar Classroom van vandaag.
Open de twee teksten. Lees en  maak opdrachten.
Daarna open je: Zoek de theoriewoorden.

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Lien

Ga naar Magister en open Talent
Ga naar hoofdstuk 2.2. Lezen
Ga naar opdracht 7. Lees eerst de leerstof en maak daarna opdracht 7 helemaal.

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Lien

Wat zijn verwijswoorden? Filmpje

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Tijdens de Halloween Fright Night speelt Eddie de Clown de hoofdrol. HIJ is onder andere bekend van de film Eddie the movie. De griezel zorgt met zijn humor, intimidatie en pesterijen
Hoeveel en welke verwijswoorden verwijzen naar Eddie de clown?

Slide 41 - Diapositive

Oplossing
Tijdens de Halloween Fright Night speelt Eddie de Clown de hoofdrol. Hij is onder andere bekend van de film Eddie the movie. De griezel zorgt met zijn humor, intimidatie en pesterijen voor grensverleggend spektakel. Hij is echt eng. Gasten worden uitgedaagd de ultieme grens op te zoeken door levende kakkerlakken en meelwormen te eten en bedolven te worden onder vogelspinnen en slangen. Je kunt hem bewonderen in zijn nieuwe Try of die-show. Zijn show is te eng voor woorden.

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Lien

Wat weet je nu?
  • signaalwoorden geven aan dat er een tekstverband gebruikt wordt in een zin.
  • tekstverbanden zorgen dat zinnen en alinea's bij elkaar horen.
  • verwijswoorden vervangen andere woorden of delen van zinnen in een tekst.
  • stel een vraag met een W om te weten waarnaar ze verwijzen.


Slide 44 - Diapositive